S l ' i o RI BVS GIOMERAIIS,A m a r a n t h o a f f d j is I n d i®, O r ie n t j OCYMOIDIS
iM
C A P .
AMARANTHO a f f i n i s in d in e
ORIENTAOS ) FLORIBUS GLOm
e r a t i s , o c y m o i d i s
FOLIO. Breyn. Cent. r.
W A D A P U Hort. ¿Mal.
GAüdet hséc planta rádice fibrosa, caü-
lem promens bipedalem , ramofum,
teretem, pilis breviffimis obíltum , geni-
culis purpuréis ex intervallis longioribus,
interceptum.
Folia fubtus diluté viíefcentia, biná ex
adverfo relpondentia , non raro quoque
plura íimul ad ramorum divaricationes pro-
deuntia, magnitudine & forma varia; quae
ortu funtprima, majora, latiora, & ob-
tufa, longioribusquepediculisfulta: fupe*
riora autem minora j breviora, anguftiora
mucronata , omnisque divifíonis ignara,
breviffimis pedicellis fulta.
Caules ut & eorum rami firmino faftigiò
flores fuftinent glomeratos, maxima parte
exlquamis purpureis , rigidis , oblongis,
mucronatis, nitentibus, bicompofitis, con-
flatos : hafce inter fquamas flofculi emicant
ftellares, albicantes, quorum fmgulis fe-
ffien fuccedit folitarium, Amaranthi fere
I limile, lanugine niveàobfitum.
Tùffimfauciumque dolores lenire folia,
HortiMalabi Authoresautumant.
XLV.
BOLRONDÈ O O S T - lN D Ì S CH É
FLUWEEL-GELVKENDE BLOE-
MEN ¿MET BLADEREN VAN
OCYMOIDES .
DEß Plante heeft een zaielige Portel\
dewelke eengetakte eneen twevoei
hooge ft enge voortbrengt, de fehle is rond *
met horte hayrtjens befit, wiens purpur-
íHerwige leden o f knietjens vlijt van den arideren
ftaan.
De bladeren zijnvan anderen ligt-groen^
twee aan tviee dvlers over elkanderenftaan-
de; ook körnender viel meer byeen te voor-
fchijn eñ dät ontrent de leden, van forme
engrootevan den anderen veelverfihil-
lende ; die gene ■, devielke eerft voor den
dagkomen, zijn grooter, breder, en aan
haar uyt-eynde ftomp, fteunende op langer
voetjens: de bovenße in tegendeel fijn kleen-
der, kort er, finalder * puntig j en onge-
ßieden ook ongeßhdärt , welkers voetjens
ßer hortiijn.
De bloemen ßtten adn het uiterße des
fiengs, en dejjelfs takken, defetvefijn bolwijs
Op éengehoopt fi voor V grootße gedeelte uit
purpure , ftijve > langpierpige , gepunte,
blinkende en gepaardé ßhubbens te famen
'geßelt, tu f f eben devielke mtagiige flerre-
vitjfe bloemtjens te voorßhijn komen, viaar
van ider een eenig zaadjen voortbrengt,
’‘fwelkheizaadvande Flwweel-bloemen by
na gelijk, en ornvangen is van een fiieeu-
viitte donfigheid.
Dat de bladeren vanditgevias denhoeß
fidlen, en depijne der keele verfugten, ver-
fekeren onsde uiuth euren van den Hör tut
Malabarictis.
O B S E R V A T l O N E S , i AANTEßENlNGEN.
Caulis mcdullä nivea infarftus, maculis purpurafeen- De fleti ge, met een witte merg.agtige fubftantie vervuld
tibus notatur, priefertim parte inferiore, zflnde, isgeteekent met pttrpttr-verwige vUkjten ¡ voorntt-
• , . mentlijk van onderen.
T t Opi