P o r t u l a c a A m e r i c a n a E r e c t a . tw
C A P . IV.
PORTULACA AMERICANA
L A T I F O L I A E R E C T A i
F L O R 1BUS A L B i a
farad. Bat.
INter Portulaca; peregrinai ipecies nobis
quoque ex America ifthaec eft transmiflà,
cui radix alba, fibrofa. .
Caulis reQus, pedem , non raro quoque
fesquipedem altus, coloris berbacei >
teres, ab imo ad iùmmum ufque folioius,
iplendens, glaber, fumma parte in ramos
dilpefci.tur.
Folia palmum transverfum longa, ¿rafia,
iùccofa, hilari virare perfufa, ex angufto
principio in fubrotundum apicem dilatata
& nonnihil cordata, nervo infigni donan-
tùr.
Sapor aqueOs j acido-aufterus cum ad-
fìriSione notabili permixtus.
Rami faftigiantur in flores niveos ì pen-
tapetalos , è quorum umbilico fìamina
emicant varia.
Floribus , qui Menfe Julio perficiun-
tur, evanidisj fuccedunt vafcula femina-
lia fubrotunda $ & mucronata , quse per
tnaturitatem transverfim, feu horizontali-
ter erupta , copioium effiindunt femen,
quod calore multo, & folo humido indi-
get, quibus denegatis nullum producit fé--
men, &fic pianta fit fterilis.
Annotina eft berba, qua è Temine precidilo
quotànnis prolicienda, aùt refemi-
nanda.
Vires dignofcere ex fapore haud eft
difficile, uius autem mihiignotus.
O B S E R V A T JO N E S .
Folk quondam, ortu prima, cordata exiftunt,cattcris
utplurimum apice rotundo, aut acuminato pratditis.
BRF.ET-BLADERIGF. , R E G T -O T '
STA A N D E oiMERICAANSCHE
PÖRCELEVNE , M E T W iT T E
B LO EM E N .
/~ \N d e r de vreemde foorten van force*
\ J leyne , is oris 6ok deß uit .America
toegeßnden, Wiens woriel w it, en zaze-
lig is.
De fleel, een, ook anderhalve voet hoog
opßhietende, is groen j rond, alfints vari
onderen tot boven toe mei bladeren ver-
fien i glat, blinkend j en boven aan in tak-
ken verdeeld.
De bladeren $ devietke een handbreet
lang, ook dik, fip rijk , blygroen van ver-
We, final aan haar grond j en rond, ook
tpelhartswij s ioelopen j zijn verfienvaneert
kloeke zsnue.
De fmaak is Waieragtig, mei een am-
pere tfiamentrekkinge vermengt.
.Aan de eynden der takxkens vertooneri
haar de Bloemen, dewelke vijfbladerig en
wit zijn , hebbende Verfiheyde bloem-dra-
den^ die uit denavelvoortkomen.
oAls de Bloemen $ devielke in Julio te
lioorfihijn körnen j verdroogt zijn * komeri
rondagtige engepunte Zaathuyskens in bare
plaatfin , devielke rijp geworden Zijndes
divers van den änderen gaan, en veel Zaats
tiitflorien; Tot voortteelinge heeft dit Zaai
groote Wärmte, en een vogtige grond vari
rioderi i en fonder die en komt bet Gevias toi
geen perfeäie.'
Het is een eerijarig Gevias, V vielk alle
fa a r van ’t geValle, ofgeßyde Zaad weder
aangeteeli mpei werden.
De kragten fijn uit de fmaak viel a f te
riemen j maar het gebruyk is my egt er on
bekent.
i/D A N 'T E fiE N IN G E N .
Sommige der eerfi voortkomende bladeren, Jijn hartswijs ,>
de rejle mterendeels voor rond} ookfwel Ipitstoelopcnd.
D. Catix