I I !
C A P . X X X I
ÆSCHYNOMENE e e r s t e , s a g t e n ;
M E $ j | DOORNLOOS SCHAAMM
I T I S PRIMA. AGTIG OF LEVENDKRUYD.
T 7 Rondes faturàtè vireícentes , palmái
s res Se longiores, alternatim pofitse,
per intervalla longiufcula fofiraginibus do-
nantur quatuor in quolibet latere ; In
hârum unaquaque foffraglne fex , feptem-
ve fupra viginti folióla obfervantur , pari
nuriiero fibi invicemoppofita; Suntqué
h* piiinul* , glâbræ , anguftæ , margine
non crenat*.
Citca caulis ut 8e ramuloriim fommurrt,
è fingulis foliorum finubus pediculi exfor-
gunt Angulares j digitales, 8eproceriores,
qui parte inferiore folíolo uno atque altero
, à cæteris valdè diverfo , & cordi-
formi, praéditi , flores fuftincnt in capi-
tulum congeftds Se ex multis flofeulis com-
poiitos j quorum finguli admodum exiles
in quatuor vel quinqué lacinias font divi-
fi, multifque fiaminuiis, ex albo languide
flavefoentibus, ditati.
Hifce fuccedilnt filiquai tres , plurefve
fimul junâæ , fesquiunciam long* , pianse
, fufcæ , in quibus femina comprefla,
dura, lucida, colore fpadiceo.
De viribus altüm filentivutì apud Au-
thores.
HEt fof van defe plante is donker-
groen , een hand breet lang,, ook
viel langer , en ongepaard : Het felve
mat verre van den anderen flaande , is
verfien mederzijds van vier gebladerde
ßeeltjens'-, aan ider defer vier den ook weder
zijds/es ofßven-en-tviintig kleene bla-
derkenS gevonden , demelki divers over
malkanderenflaande, gla d ,fina l, en effen
van kanten iijn.
Öntrent het opperße van de fleel, en
van dejfelfs takskens, komt uyt ider knie-
tje een fingulier fleeltjen te voorfihijn , ’t
melk ein vinger en meer lang is , miens
onderße deel begaafd is met een o f tme
kleene bladerkens -, dewelke van de andere
jeer veel iijn verfchillende , van ge-
daante een herte repreßnteren: >Aan hei
uyterße van dH fleeltje iitten de bloent-
kens, deweike bols-mys by een vergaderd
iijn , waar van ider feer kleen en in
Vier o f v y f fnippelingen verdeeld iijnde,
met veele mtt-geele bloem-draden verrijkt
is-.
Na dai de bloenien vergaan iijn , vertonen
haar drie en meer platte, bruyne
peultjens , devielke digt by een ßaande,
anderhalve duym lang iijn', Hier in verbergen
haar platte, harde, blinkende, en
bruyne iaden>
Van de krachten en vierd niets gefchre-
Ven by de <Autheuren.
O &