C lS T V S L E B O X F LO R E M A C V L À ICANTE NOTATO
Ü S »
C A. P. XX.
CISTUS LEDON , FLORE MACULA
n ig r i c a n t e n o t a t o .
fob. Bauhiu.
QUànturhvis hxc Cifti fpecies fatis fii-
perque ab aliis Auftoribus fit dei
I fcripta , tamen ob floruni amxnitatem
I fconumque delineatiónem rudiorem & iin-
I perfe&am, ab aliis traditam, non inéon-
I cinnum fore exiftimavi » hanc quòque ex-
I hibere , nulla fa&à nova defcriptione ,
I contentus eà , quam concinnavi! & pu-
f blici juris fecit Carol. Clufius, rafior. Plant.
I Hiftor. lib. primo, cujus verba hxc funt.
I Primum igitur Ledon fruBicat ad hominjd
I altitudinem , quam etiam wtcrdum f a
I per at ) rams frequentibus , lign,ofis , du-
1 rd, nigrd : Folia,, quemadmodmn rq-
I mi-, ixadverfofitafunt^ obhnga,trans-
I verfum digitum quimdoque lata > nonnun
• quam etiam latiora, juperne ex viridi-
j nigricantia s infer tie candicantia, qua cum
tene Uà ramulis pìngui quodam odorato i
talido * & tranjparente liquore adeo co-
J PMfo d/perfa J,tint * ut procuì etiam eie
I Jpìendore conjpici & agnofci pojfit, odor au-
tem oBava miliard Germanici parte nari-
btu percipi : flore eft inter reliqua Cifti getterà
& pulcherrimo ér amplijjìmo, magna
Rofte inftar, fmplici quinque-foliorum tex-
turaiomnino interdum albo fed cujmfingala
folia circa itnguem ex purpUrq-nigricante
maculà Rhomboide, nunc majore, modo
minore & anguftiore j utplurimuminfeBa
font j fiord umbilico multis troced fibrd
pieno > ut in alid Cifli generibus : .capitala
in longd pediculd j foliifque Ju d denu-
datis 5 omniupi maxima * rotunda fere &
planai nonmucronata , & fepenumero
decagona > dura , internes flavefcentia j
quibut dehtjeentibm , femen decidit copio-
fumi fubrufumi omnium minutifhnum:
C I S TUS LEDON, WIENS BLOEM
met een SWARTE VLAK GEt EV-
K E N D IS.
Höevjel defe (barte van Ciftus van ändere
Autheuren meer als genoeg-
ßaam beßhreVen is s ßo heb ik niet te miti
geraatzadm gevonden, ßo van wegen de
ßchoonbeyt des Bloems > als onvohnaaktheyl.
van de aftekeninge > die andere daar vait
gedaan b'ebben, deß hier nevens te latett
gaan. Ik en ßal hier geen nieuwe beßhrij-
vinge mdken \ maar my vergenoegen met
die gene j dev)clke Car. Clufius in t eerfti
baek van fijne Hifiorie der rare Planten ,
daar van gemaakt beeft > wiens woordeti
ald%s %tfri figdetffig} De eerfte Ledon groeif
im ans hpogte , die fy ook wel koint te
overtreffen , w t ve?te höutagtige j
härde, en fwartagtige takken , dewelke
foo wel als de bladeren twe aan twe tegert
over inalkanderen ftaan i Deie bladeren
fijn langwerpig, in breete fömtijds met die
van een vingerovereenkomende j ook wel
breeder , van bovert donker-gröen, van
onderen witagtig , ly fijn ook nevens de
jonge takxkens met een feekere vette,
welriekende ( verwärmende, en doorichy-
iiende vogtigheyt foodanig befet , dafi
men defelve ook door het blinken s en
desfelfs reuk een half quartier van een
duytfche miji ver gewaar kan worden: <ld
Bloem is onder alle foorten van Ciftus efe
fchoonfte, enkloekftej een groote enkeb
de Rofe niet Opgelijk, beftaände uyt vijf
bloem-bladeren, dewelke geheel en al wit
zijn j üitgenotiien aan häre nageltjens, die
gemeenlijk met een purpuragtig fwart
vlakjen getekeiit vijn j ft welk een Rhom-i
bus van figüure gelijken.de, fomtyds groot,
dan ook wel kleen is, zijnde ondertuffchen
de navel des Bldems met.veele Saffraan-ver-
, Vvige blöem-dradeü vetvult , geüjk irt
d’andere geilagten van Ciftus: De Zaad-hüyskens , op lange Voetjens rußende, zijn
v? gtootfte van alle de andere, en byna rond j en eenigfinfs vlak en effen, geeilfints puntig
en menigmaal tien hoekig, hard, van binnen geelagtig; defe Zaadhuyskens open gaande
ftorten veel rosagtig en feer kleen zaad uyt.
V In