valvem ] nonnihil articulatam ] per maturitatem fubnir
gricantem aut fu{cam.
Calix quinqué partitus, lu.tcplus, cujus íégmenfa ap-
gufta & mucronata.
Florum pétala quina, ícutellata, quorum ííiperiorá,
inFeriora magnitudine anteqellunt, fpntque eorum un-
gues purpureo colore perfufí.
heyd afeggende t in een hauwtjen o f peultjen homt te~veränderen,
‘twelk^plat, een-faad-httyßg (unicapfularis) twe-
fchellig (bivalvis) eenigßnts geltet (articulatus) en rifp geworden
zjjnde, fwartachtig o f bruyn van couleur is.
*pe bloem-kglßis geeL-verwig , en in vyven gefneden,
wiens vcrdeeldheden ¡mal en puntig um.
De bloem-bladeren ßjn vyfin getaly en fihotels-wyfe (icu.
tellata) hol, waar van de bovenße grootcr z.yn als d’oti.
derftc, en rJjn fjem hare bloem-nagelen purpur-verwig.