
Friesland: Daniel Valckenier 1659—' 1687; Johan Hendrik Valcke-
nier 1688—1701.
Stad en Lande: Caspar Boom 1673—1677; David Hagenet 1680—
1688; Assuerus Vosdinck 1690—1693.
Groningen: Egbert Marinus 1690 —1693.
S tempelsnijders
Holland (Dordrecht): Anthony van der Beeck 1653 —1666; Lode-
wijk Coenen benoemd 1666; Daniel Drappentier, stempel-
snijder-generaal 1671 — 1714.
Holland (Amsterdam): Geurt Haxter 1672; Roelof Hensbergen
1673.
West-Friesland: Lucas Uyttewael benoemd 1648; Olivier Houthuys
benoemd 1681.
Enkhuizen, geoctroyeerde munt: Christoffel Adolphi.
Zeeland: Matthijs Hooft Sr. 1652—1666; Matthijs Hooft Jr. 1666
— 1671 en 1676—1687; Abraham Govers 1672—1675; Willem
du Pre 1687—1722.
Utrecht: Roelof van Cuylenburch tot 1674; Peter van Cuylenburch
benoemd 1674.
Gelderland: Geurt Haxter tot 1672; Nicolaas Sluyter benoemd 1674;
Lucas Benningh vermeld sinds 1694.
Nijmegen: Johan Sluyter.
Zutfen: blijkens de munten eveneens Johan Sluyter.
Overijsel: Claes Hanssen vermeld 1668 *.
Deventer: Johan Sluyter 1682'—na 1698 *.
Kampen: Claes Hanssen vermeld 1668; Nicolaes Sluyter vermeld
sinds 1674 *.
Zwolle: Claes Hanssen vermeld in 1668 *.
Friesland: Hillebrant Brongersma benoemd 1657.
Stad en Lande: Nicolaes Boser benoemd 1681.
Groningen: ■— !—
* Voor de munthuizen te Deventer (1662—1670) en Kampen (na 1664) werden
Stempels vervaardigd door Roelof van Cuylenburch te Utrecht. Blijkens de
munten werden de Stempels voor Overijsel Kampen en Zwolle dikwijls door
dezelfde stempelsnijder vervaardigd, o.a. door Claes Hanssen omstreeks 1668 en
diens ongenoemde voorganger omstreeks 1660.
TABEL I
GOUDEN DUKAAT
Voorschrift en beeldenaar: zie biz. 17 (type I en II) en biz. 23.
enkele dukaten dubbele dukaten
A. P rovincien
Holland (Dordrecht): Verk. 39, 3—6
a. 1659-----66 (------ 70) a. 1659-61 (I)
b. 1672-74, 1683----93, b. 1671-74 (II)
(76-----94)
Holland (Amsterdam): Verk. 40, 1
1673 (II, stadswapen op kz.)
West-Friesland: Verk. 59, 2 en 4
a. 1661----- 71 (5 9 -
fa. 1672-75 ( - 7 6 )
c. 1683-----93
I a. 1662 66
b. 1672
c. 1684, 1694
a. (1659-
b. 16 8 3 -
Zeeland: Verk. 78, 3—5
—82?) a. 1659, 1662
-87 (----- 94) b. 1682, 1684
Utrecht: Verk. 98, 2—4
a. 1659-74
b. 1674-----94
1659- -67
a. 1660-61 (. -64)
b. 1675----- 78
c. 1681-----88 ( - 8 9 )
1668, 1676
B. S teden
b. 1683, 1690—91
(I, parelranden)
(I, gladde randen)
(II)
(I, parelranden)
(II, doch bloemmotieven op kz.)
(I, gladde randen)
(I, zonder binnenranden)
Gelderland: Verk. 2, 2 en 4
1659——64 (I, parelranden)
Overijsel: Verk. 134, 2—3
(I, parelranden)
1662-
-1666
a. 1659-
b. 1664-
c. 1676
-62
-68
a. 1659-62
b. 1662
c. 1662----- 74
d. 1676 (----- 83)
Friesland: Verk. 117, 5
Deventer: Verk. —
Kampen: Verk. 159, 1
Zwolle: Verk. 168, 4
b. 1662
(II, wapenschildje op kz.)
(I, zonder binnenranden)
(I)
(met Leopold)
(met Ferdinand)
(met Leopold)
(als b, zonder binnenranden)
(parelranden)
(gladde randen)
(jaartal in omschrift, lovermotief
op kz.)