
provinciale munten van Utrecht en Stad en Lande gebezigde met de
ruiter, reeds in deze jaren bekend als de Staten-schelling. Wat de
muntvoet betreft, schreef de resolutie van 2/12 Juni 1675 slechts
voor, dat de muntmeester moest zorgen, „datt die werden geslagen
naer de ordre van ’t Landt” . Tegelijk kreeg de muntmeester toe-
stemming dubbele stuivers te slaan, op dezelfde voorwaarde; daar
het type niet door Gedeputeerde Staten werd voorgeschreven koos
de muntmeester dat der Hollandse nieuwe dubbeltjes met provincie-
wapen. Het voorbeeld werd na enige tijd ook door de beide steden
gevolgd, waar dubbeltjes van het type met de leeuw werden uit-
gegeven.
OVERIJSEL, SCHELLING
Voorschrift: 1. Ged. Staten 2/12 Juni 1675
2. Ged. Staten 25 Febr./7 Maart 1686
1. muntvoet als elders
2. gehalte: 6 p. 22J^ gr. (0,579)
gewicht: 52 per mk. (4,71 g)
geen remedie
Beeldenaar: Verk. 142,5
Vz. gekroond wapenschild der provincie, waarnaast 6 S; om~
schrift: 1. MOneta Nova ARGENtea ORDinum TRAnsisulaniae, of
2. MOneta Nova ORDinum transisvlaniae.
Kz. geharnaste ruiter; omschrift: concordia res parvae
CRESCVNT.
Geslagen:
a. 1679, 1681 (omschrift 1)
b. 1682—86, 1688—91 (omschrift 2)
O v E R IJSE L , DUBBELE STUIVER
Voorschrift: Ged. Staten 2/12 Juni 1675
muntvoet als elders.
Beeldenaar: Verk. 143,6
Als dubbele stuiver van Holland (biz. 51) — met tran-
SISVLANIA.
Geslagen: 1677— 81
K ampen, dubbele stuiver
Voorschrift: Raad 20/30 Jan. 1677
muntvoet van Holland
Beeldenaar: Verk. 166,4
Als dubbele stuiver van Friesland (biz. 36) *— met campen.
Geslagen: 1677— 81 *
Z wolle, dubbele stuiver
Voorschrift: Raad 23 Juli/2 Aug. 1675
gehalte: 7 p. (0,583)
.gewicht: 153 per mk. (1,60 g)
remedie: 2 gr. en 2 eng.
Beeldenaar: Verk. 177,5
Als dubbele stuiver van Friesland (biz. 36) — met zwolla.
Geslagen: 1677—79
Tenslotte sloot zieh ook Gelderland bij de omliggende provin-
cien aan: in 1678 kreeg ook de muntmeester te Harderwijk toestem-
ming dubbeltjes te slaan, al maakte hij hiervan slechts op bescheiden
schaal gebruik I4°. Ook verder werd hier weinig gemunt: enkele
duiten en zilveren rijders van hetzelfde eigenaardige type met ledige
cartouche, dat Sluyter in Overijsel ingevoerd had.
G elderland, dubbele stuiver
Voorschrift: Hof 12/22 Nov. 1678
muntvoet van Holland
Beeldenaar: Verk. 17,1
Als dubbele stuiver van Friesland (biz. 36) — met gelria.
Geslagen: 1678 — 80
Behalve door vrijwel alle munthuizen in het Oosten en Noorden
des lands werd in de jaren '70 de omlopende hoeveelheid klein geld
van minderwaardige kwaliteit nog vergroot door een nieuw munthuis
is West-Friesland: de geoctroyeerde munt te Enkhuizen *. Nog
voor het uitbreken van de oorlog van 1672 had een Amsterdams
zilversmid, Dirck Bosch, aan de Staten van Holland octrooi verzocht
voor een door hem en anderen uitgevonden methode om door ver-
vaardiging van een nieuw soort munten alle op het gebied van het
muntwezen bestaande moeilijkheden op te heffen. H.E.G.M. hadden
aanvankelijk weinig vertrouwen in deze voorstellen, zodat Bosch
* Uitvoeriger: Jaarboek, 1949, biz. 61.