
Kz. dubbele adelaar met rijksappel, waarin 28, voor de borst
en waarboven kroon; omschrift: da PACem DOMine IN diebus
NOSTRIS.
Geslagen:
a. omstreeks 1667—69 (type I)
Voorschrift: 1. Raad 2/12 Mei 1659
c. 1680, 1683 (type II, jaartal op vz.)
d. 1684'—86 (als c, zonder binnenranden)
K ämpen, florijn
Voorschrift: 1. Raad 2/12 Mei 1659
2. Raad 23 Sept./3 Oct. 1685
3. Raad 12/22 Nov. 1688
1. muntvoet niet bepaald
2. gehalte: 8 p. 2 gr. (0,673)
gewicht: 153 eng. de 12 stuks (19,50 g)
geen remedie
3. muntvoet van Overijsel (2)
Beeldenaar: Verk. 164,3—4
V z . gekroond vierdelig wapenschild, omgeven door Ornamenten;
onderaan 28; omschrift: FLORenus ARGenteus civitatis
iMPerialis campen.
Kz. dubbele adelaar met rijksappel voor de borst en waarboven
kroon; omschrift: naam en titels van keizer Matthias I.
Geslagen:
a. omstreeks 1666—72 (zonder jaartal)
b. 1680 (jaartal voluit op kz.)
c. 1680.—82 (jaartal verkort op kz.)
d. 1683—85 (jaartal verkort op vz., geflankeerd door
sterren )
e. 1685.—86 (als d, zonder sterren)
Zo was op de drie munten in Overijsel de vervaardiging van
siechte soorten in volle gang, toen de provincie in 1681 de Staten-
munten aanvaardde en het volgend jaar op zieh nam de payement-
slag te staken, mits dit overal gebeurde217. Wel werden tengevolge •
hiervan op de provinciale zowel als op de stedelijke munten vrij veel
drieguldens geslagen, maar de Staten noch de stadsregeringen
deden, niettegenstaande aandringen van Generaalmeesters, iets om
de beloofde staking te verwerkelijken, waarbij zij zieh op de on-
onderbroken voortzetting in Zeeland en de Noordelijke provincies
konden beroepen.
Toen in 1683 de aanmunting van drieguldens wegens de hoge
zilverprijs onmogelijk werd, nam terstond die van de siechte soorten
een hoger vlucht. Reeds in 1682 hadden Generaalmeesters moeten
constateren, dat deze minderwaardige munten voor alle betalingen
dienst deden en de goede zilverstukken uit het verkeer ver-
dwenen2l8. Het werd nog erger, toen in 1683 nog een vierde
muntmeester in Overijsel de uitgifte van siecht geld ter hand nam:
de zeer actieve, pas benoemde muntmeester van Deventer. Na aan-
vankelijk slechts drieguldens en guldens geslagen te hebben, begon
hij in 1683 dubbeltjes van het oude type met de Generaliteits-leeuw
en schellingen met de ruiter uit te geven en in 1684 florijnen, eerst
met de titel van de regerende keizer Leopold I, weldra (— in aan-
sluiting bij de in het begin van de eeuw geslagen Deventerse florijnen
— met die van de reeds overleden Ferdinand II. Muntmeester
Sluysken slaagde er weldra in talrijke bestellingen naar Deventer
te leiden door het bieden van bijzonder günstige voorwaarden. Bij
de ongewoon hoge transportkosten naar de stad — vervoer met
paard en wagen over de Veluwe was hiervoor noodzakelijk •— kon
dit slechts gebeuren door zeer läge Ionen aan het personeel te be-
talen, waarvoor de Raad hem vrijheid gegeven had, en door zo
mogelijk gewicht en gehalte te Verlagen. Reeds in 1684 worden dan
ook klachten vernomen over de opvallend siechte kwaliteit van deze
munten 219.
D eventer, florijn
Voorschrift: —•
Beeldenaar: Type I, Verk. 154,1
Vz. gekroond wapenschild der stad, waarnaast 28 ST; boven-
aan jaartal; omschrift: FLORenus ARGenteus Civitatis d a v en tr ia e .
Kz. dubbele adelaar met rijksappel voor de borst en waarboven
kroon; omschrift: naam en titels van keizer Leopold I.
Type II, Verk. 154,2.—3
Vz. gekroond vierdelig wapenschild, omgeven door ornamenten;
bovenaan jaartal; onderaan 28; omschrift als boven.
Kz. als boven met naam en titels van keizer Ferdinand II.