III. Huid. Voorts is de Aluin» wegens haarefa.
AroEKi-t mentrekkende hoedanigheid, ook inwendig in
H oofd- dc Geneeskunde beroemd. D io s k o r id e s
TUK.
hadtze reeds tot het (tempen van Bloedvloei*
jingen, tot het vast maaken van waggelende
Tanden, tot het doen flanken van gezwollen
Tandvleefch, van Vogtzwellingen in dc
Mond, en wat dies meer is , aangepreezen.
Een voorzigtig gebruik maaktze zelfs in fom-
mige Afloopende Koortfen , en om het Water
in onwillige afloop van *t zelve, op te
houden, heilzaam. Doch zy moet met verzag-
tende Middelen, om haarfcherptete bedwingen
, gemengd en niet in te groote veelheid
ingegeven worden. |
De Heer L in K jEUS heeft de Aluin in
driederley opzigt voorgefteld: te weeten eerst
de Natuuriyke, ten tweeden door Kónst uitgehaalde,
ten derden de met Steen bekleede
óf de Steenige Aluin-Kryftallen , waar onder
de voornaamfle Edele Steenen betrokken
worden.
N a t u u r l y k e A l ü in -K r y s t a l l e n .
1.
Alumen
nativum.
Rots-
Aluiir.
f i ) Aluin, die bloot is.
Al
("i) Alumen nudnm- Syst. Nat. XII. Tom. III. Gen.
1 7 . 'Sp. 1. W alt.. Syst. Min. 11. p. 32. Alumen nativum
plumofum. W olt. Min. 21. Alumen nudum purum.
C akth. Min. 41. Acidum Vitrioli Argilkt faturatum.
Cbonst. Min, p. 141.
■ WKÊ
Stee n-KrItst allé Ni 131
Al wederom deeze bepaaling * die bloote
iAluin betekent 4 moetende billyken : dient AïDyEi.K ti
dat deeie Soort éigentlyk bedoelt een Na- Hooföé
tuürlyk gegroeide Aluin, hoedanig is de Róts-
Aluin\ dus genaamd om dat menze meest uit
(taliën heeft, alwaar zy fomtyds voorkomt in
Rotfen en Bergen. ,<> De Roomfche Rotsig
Aluin, zegt T o u r n e f o r t , wordt uit
„ haar eigen Myn gehaald niet ver van Rome:
zy ftremt ln kleine Klonten, die duister
5| glanzig zyn , van eene witte Kleur naar ’ t
j, roode trekkende, ln Engeland heeft men
j, ook een Myn Van Rots - Aluin, die in.veel
grooter Klonten ftremt, welke een bevallige
doorfchynendheid hebben als Ys. Men
•jj noemtze Rots - Aluin , om dat zy iiit een
j, Steengroeve gehaald wordt” (x ).
Dat de Aluin aldaar dus natuurlyk gegroeid
Z o u zyn, is niet zo zeker * als dat men ze, op
fommigè plaatlen, by wyze van Pluimachtige
uitfchietingen of zogenaamde Bloemen, Vry
overvloedig vindt* In Lapland komt zy dus
uit eënRots van AschgraauwehLeyfteen voorti
In de Solfatara of het Zwaveldal, by Napels*
op de zelfde manier uit den Grond bottende ,
wordt zy met Bezems aangeveegd en in Bak.
kennïet Water geworpen, daar menze doof
köo-
Aluln-
BloetneOè
m t
c*) T oorn F. de la Mat. Med. Totiu 11. p. 57.
Ia