fpL seeft. Het Vitrioolifch Zuur in dezelveö
Ui. wordt, ua eenig Yzer ontbonden te hebben,
*Iuk°FD" door dit Alkali zodanig verzadigd èn over-
tr Bitter, wonnen , dat men het Zout daar uit , in dë
L u g t , zelden droog kan houden. Hier in
verfchilt het van ’t gewoone Bronzout, dat
meer naar Zee - Zout helt; ja dikwils vol*
ftrekt daar mede overeenkomt 5 gelyk wy
vervolgens zien zullen. Maar in de meefte
Bronnen heeft eene vermenging, ten dien
opzigte, plaats, en daar is meer of min van
zulk een Kalkzout in , die het Zout uit de-
zei ven wat bitter maakt: want op zig zelve
voert dit, wegens den Smaak, dennaamvan
Bitterzoüt. Natuurlyk komt het fomtyds in
Leyfteen en Mergel voor, gelyk men het
by Hildesheim gevonden heeft; maar inzonderheid
in fommige Bronnen, die deswegeh
den naam voeren van Purgeetende Wateren,
f Epfotns- Het Epfom of Engelfch Purgeer-Zout is
óf En- we| ^et vermaardfte in deezen. Dit werdt
S6lfCh' weleer door Uitwaafeming gehaald uit dë
Bronwateren van Epfom, een Dorp of Vlek
vier Uuren gaans ten Zuidwesten van Londen
( z ) , maar, ’t geene men tegenwoordig
voor Engelfch Zout verkoopt, wordt van de
Moerloog der Zoutkeeten, door middel van
Vi-
(z) Zie Tegmiv. Staat vtln Groot BriMamiie.lbSTV&i
blacU* 46.
Vitriool of deszelfs Doodekop, bereid. Men •
heeft in Engeland ook Zout uit andere Bron- Hl.
wateren dan die van Epfom, gelyk van Scar-
borough en Cheltenham (0 ). enz. Het maakt
Naaldswys’ dunne Kryftallen, die ligt weg-
fmelten in de Lugt en zeer gemakkelyk in
Water , Wyn of eenig ander Vogt ontbinden,
maakende hetzelve bitter van Smaak.
De Solutie in Water wordt door het bydoen
van eenig vast Loogzout troebel en floot een
wicte Aarde neder , welke by de Geneeskundigen
Magnejia alba geheten wordt, en tot
verzadiging geftrekt heeft van het Zuur, dat
zig met dit Alkali tot een Tartdrus Vitriola-
tus vereenigt ( b).
De Sedlitzer Bronwateren in Boheme ver- Sedlitzer
fchaffen een dergelyk Zout, en in de Alpifche^j™^11
Bergen komt het, op veele piaatfen, als een
wit S to f, Beflag of Schimmel, ja zelfs hier
en daar in Klompen en Brokken , meest aan
de Rotfen van Leyfteen, voor; dikwils in de
nabuurfchap van Gips, Seleniet en natuurlyk
gegroeide Zwavel. Van dien zelfden aart is
dat openend Fredriks - Zout, door den Heer
D e-
(a j Zie B a k e r , Nuttig Gebruik van ’t Mikroshöop.
Hoöfdftuk XXIV ,XXV, XXVI. en de Afbeeldingen óp
PI. VfV)
Zie het III. D eels ï . Stbk van deeze Nat, Historie
, bladz. 143 9 ióo •• én II. Deel, bladz» 531,
E
II I. Deel, IV. Sxhk. f <
l ‘>?