y « s M a
M M
182 MlDPÊLSLAOTIGE OF
31
Ut
A FDEKiu
VIÏI.
Hooro-
SIUK,
, , (lukken, naarrrelÿk, die aan de ééne zyde
,, plat, aan de andere bolrond z ÿn , gevon-
„ dèö Wordt. Het breeken v a n 'die Kol-
,, ven fcbaadt hun weinig ; want zy heb-
„ ben altoos daar nevens een Glas - Oved
waal in de (lukken Glas geworpen
„ worden 5 daar men op nieuws Kolven van
„ bl^aët” (Æ).
Het meest te verwonderen is , dat men zo
Veel Mest in Egypte heeft, als tót dit (tooken
vereifcht wordt ; doch zulks zal toe refchryven
zyn aan de menigte van Vee, en dat zy ’er
dien Drék niet noodig hebben tot mestingder
Landen ; alzo dezelvén zonder eenige moeite
gemest worden door de Overflrooming van
den Nyl. De Stookery gefchiedt alleenlyk in
’ t Voorjaar of in de Voorzomer. O fz y nog
niet iets by bet Roet doen, zoU men uit zyne
befchryving mogen vermoeden ÇÏ). Maar Ka-
meelen " Pis, zegt hy duidelyk, heeft in die
bereiding geen plaats. Ondertusfchen hâdt
onze groote B o e r h a a v e , zelf,Armoniak-
Zout
mm Qi) Een Afbeelding van het Fornuis met iFe Kolven
óf Glazen Potten , die men tot fublimeering van
’t Armoniak-Zout aldaar gebruikten eeneomitandige
befchryving daar van, kan men vinden (n'de Pkil.
'Trans. Vol. LI. P* S°4*
(S) Want hy zegt : alles , dat zy tót de bereiding
gebruiken, wordt hun by ’t gewicht geleverd, ene.
t y.
Zout uit Roet alleen gehaald (&). Duj biykt, m,
dat het op zig zelve daar toe genoegzaam zy. .
Men (lookt het hedendaags ook op eenige ^ oofd-
plaatfen van Duitfchland , voornaamelyk te
Brunswyk en Tubingen ( l )•
Behalve dit door Konst verkreegen of door JJjf
Vuur geboren Armoniak - Z o u t, heeft men tuuriyk
ook iets dergelyks gehaald uit de Dierlyke
Vogten en uit de Sappen van fommige Plant-
gewasfen. Buitendien hebben de Ouden gewag
gemaakt van een Natuurlyk Armoniak-
Zout, in fommige Landen gevonden wordende:
gelyk het ook in eene Bergachtige Land-
llreek van ’t Ryk van Thibet, in Afie, groei-
jen zoude , alwaar veel Goud-, Zilver en
Vitriool-Ertfen voorkomen. Overvloedigst
vindt men het by Vuurbraakende Bergen, doch
dit komt meest met het voorgemelde Zwavelige
overeen, en is doorgaans van Mineraalen
gekleurd. Het wordt in de Solfatara by Napels,
zo wel als de Aluin en Zwavel, uit zekere
Waterige Dampen, die uit Gaten in dé
Grond opftygen, verzameld , doordien het
aan de daar opgelegde Tegels groeit. Ook
heeft men uit de witte aanflag van de
Ketels en ander Vaatwerk, door den Damp
van
(£) Simillimum huic ex Fuligine confeci ipfei Chm. ut-'
fupra. Salvere Ammoniacus. p. a85*
(/) Gmeitn Natur - Syftem. 11. Th, p. 334.
M 4
UI. Drol» IV. Stuk.