. !li< diente gegraven zyn. Immers, hoe zeer men A fde e l . r d o j , _ _
K hier aan, ten opzigt van de Zouten en Zwa-
stuk°.FD" vels, zöU mo8en twyfelen: het is , >wat de
Metaal-Ertfen aangaat, zeer bekend, en van
de Zouten komen in verfcheide deelen des
Aardbodems zeer diepe Groeven voor :fehoon
men veelen, zo wel als de Zwavels, ook Oppervlakkig
vindt. En, hoewel veele Mine-
ralogisten deeze van de Metaal - Ertfen hebben
afgezonderd , zo kunnen zy tot geene
andere der drie Höofdverdeelingen van het
Ryk der Mineraalen betrokken worden: des
bok W a l l e u i u s de Zouten en Zwavels,
met onzen Ridder, tot de Mynftoffen t’huis
brengt. Veel minder was het gevoeglyk
dezelven daar van af tc zonderen; alzo z y ,
meer b f min , in de famenftelling komen
van de meefte Ertfen der Metaalen.
'De Kry- Daar de Delfftoffen, eigentlyk zogenaamd,
komtvoorte weeten de Verfteende Zaaken, niet dan
ïndeMyn-eene ontleende figuur hebben, en de eigent-
lyke Steenen een bepaalde Geftalte ontbreekt,
hebben de Mynftoffen dikwilseene figuur,die
volkomen Kryftallifch is, den Zouten eigen,
buitendien kan men ’er geen Eigenfchappen
in vinden, die op allen in ’t algemeen toe-
pasfelyk zyn. De Smaak, dien fommige Ertfen
hebben , is van Zouten afbangelyk; de
Reuk , dien zy door ’t Vuur uitgeeven, van
Zwavelachtige Stoffen, oader het Metaal gemengd