3iö D e Z w a v e l s e n
■ |IT* Ten opzigc van de zelffiandigheid komen
XIII. zy fomtyds geheel digt en vast voor, in En-
siuk°FD" g^anc^; maar gemeenlyk zyn deeze Zwavel-
Pyriet. kogels van binnen Straalig, 't welk z ig, wan*
Van bin-neer menze breekt, aan de Vezelen vertoont,
lil? trtUl*die van het middelpunt naar den omtrek loo-
xxxviH Pen * en z °danigen noemt men Straalen-
Fig. 4. {leen. Fig. 4., op Pl a a t XXXVIII, geeft van
zulk een Kogelronde Pyriet de Afbeelding.
Deeze zyn zeer Vitrioolifeh , zo dat zy ligt
verweeren in de L u g t , en houden dikwils in
’t Centner twaalf Pond Yzer. Dus vallen zy
veel op den Pacher-Stollen,by Schemnits in
Hongarie. en elders.
Van bui- Van binnen zien deeze Pyrieten Koperacb-
reiigf°r" fjg » van buiten geheel Yzerachtig en hebben
F'g' 5*6. de Oppervlakte hobbelig of als met Korreltjes
bezet , bruinrood , geel- of groenachtig van
Kleur. Ik hebze van dien aart, van de Kust
van Normandie, meer dan een Vuist groot en
ook kleiner, byna Kogelrond, fommigen aan
malkander gegroeid , gelyk in Fig. 5. welks
zulk een dubbelden Pyriet-Kogel voorfielt uit
Normandie: van waar ook die groote famen-
gefielde gantfch Yzerachtige Pyriet -Kogels*
Klomp, van Fig.6-, afkomftig is. Deeze gee»
ven aan 't Staalflag geen Vuur, dat de Goud-
of Koperkleurigen van Hongarie al doen ,
welke meer Zwavel houden.. Bleek graau.w
en glanzig vallen zy in Engeland , en zwartachtig
achtig van buiten in ’t Hesfifche , doch van In*
binnen zo geel, dat menze voor Goudhouden- xiIL
de heeft aangezien. Roestachtig bruin zyn ^ >rD*
Duitfchland wel de meeften. pyriet.
Voorts vindt men Kiesballen die niet ge-Schaalig,
ftraald, maar als uit Schaalen of Rokken fa-en|-^
mengefteld zyn , by Joachimsthall in Bohe»
men, en uit eene vergaaring van Kies - Kryftal-
Ien beftaande , veelal in het Wurtembergfe ,
maar de zulken behooren tot de Stekelige
Markafieten. Inwendig vertoont zig de zelfflandigheid
gelyk Fig. 7, in een doorgezaagde
gefieepene Kogelronde Pyriet, van aanmer-
kelyke grootte , uit Saxen, voorftelt.
Onze Ridder merkt aan , dat ’er, behalve K;es.
de Kogel-of Klootronde, ook haIf-Klootronde^ekei3;i
zyn, uit Teerlingfe of twaalfzydige deeltjes
famengefteld zynde. Zodanigen, een loutere
Verfcheidenheid van groeijing, komen op de
zelfde plaatfen en by de anderen voor. Men
kan hier toe die platachtige betrekken , of
zogenaamde Kies - Koeken , welken men in
Sweeden vindt, of Duivels - Penningen, by Ra-
dicqfani in Toskanen. Ik wil hier niet byzon-
der fpreeken van de Kies ■ Nieren, Zwammen,
Vrugten en Berg-E i j'eren, wier naamen uit de
gedaante ligt te raaden zyn en zeer willekeurig,.
In de Kwikzilver -Mynen van Alma-
den in Spanje, komen in de Rotzige Korst t
die de Aders dekt, uit Leyfteen befiaande,