l i l - .
Arosta.
XVII.
Hoofd*
STUK.
Potlood,
Welk
Metaal
bet zy.
veel minder in het Vuur, en in beflooten Vaten
blyft bet onveranderd. Het is derhalve
uit de Geftalte en hoedanigheid veeleer te
denken, dat bet ,behalven Yzer en. eene brand-
baare zelfftandigheid, niet dan Aardachtige dee*
len bevatte, en dus veeleer tot de Talk o£
Gliminer behoore; gelyk Ju s t I het ook 'Mica
Piftoria genoemd hadt, en hier in , zo door
L innjEUs als door W a l l e r i u s , was
fiagevolgd geweest. Thans noemt de laatfte
hetzelve :T zer, dat geknaagd is, vlug? gemineraliseerd,
met een zwartachtige Schubbige Erts ,
tót Tekenen dienftig, naar den Zeilfteèn niet lui*
flerende,
:Vah het Potlood , hu, zyn aanmerkelyke
Verfchëidenhëdea. ' Men heeft het geheel los
té famen hangende, in het Wurtembergfe, in
Böhernen ën -Hongarie. Dit is best tot Kroe-
zen, als ook dm glad te maaken : wat vaster,
Korrelig ïn Sweeden, Schubbig in Italië, Bla-
derig en glanzig, met regte Blaadjes, zohder
bepaalde Geftalte, in Sweeden , Saxen en
Groenland;met Dobbelfteenige Blaadjes ,Pot-
iöod-Steentjes genaamd , voornaamelyk in Up*
land en met Golfachtige Blaadjes , by Altenburg
in Saxen, digt op de breuk: Stahlderb9 by
Keswig in Engeland; hier van worden, door
zaagen , de beste Potlood • Pennen gemaakt,
Welke, dewyl ’er geen Zwavel mede gefmolteö
is, aan *t Vuur niet ontvlammen: glanzig in
de
de Kwartsgang by Schlackenwald y Bohe-
joieük Zodanig heb ik het ook, in Kwarts ^ vil,
gegroeid , van Bitsberg in Sweeden en mètgtulc.
Wolfram van Altenburg iu Saxen. Het Cey- Potlood.
lonfe is doffer en veelal befmet met geels
Yzer-Oker.
Tot Schryfpennen wordt het Potlood voor- Gebruik,
naamelyk in Engeland , te Neurenburg en
Berlyn, verarbeid. De flegte Soorten worden
ten dien einde, na dat zy fyn gemalen zyn ,
met Zwavel gemengd, en gefmolten zynde in
Yzeren vormen gegooten 5 waarna men h e t,
verkoeld zynde , in bekwaame ftukjes tot Potlood
-PeDnen zaagt, die in Hout gezet worden
en vastgelymd. Wegens zynen Vuur-
beftendigen aart mengt men het, in verfchei-
de ,plaatfen van Duitfchland, onder de Kley,
van welke Smeltkroezen en dergelyk Tuig
gemaakt worden » die tot fmelten van Me-
taaien verfcheide maaien gebruikbaar zyn ,,
maar het Loodglas en de Zouten niet genoeg
wederftaan. Zo wordt het Potlood ook van
de Pottebakkers dikwils gebruikt , om de
Vaten, die zy bakken , eenen Yzerglass te
geevett» In Reuzel gemengd dient het om
Yzerwerk tegen Roest te bewaaren, mids dat
hetzelve, heet daar mede beftreeken worde*
Tot gladmaaking van allerley Houtwerk, ja
zelfs van Y ze r, dat ergens tegen aan fchuurt
of in malkander draait, is het beftryken met
C c 2 ®n*