Afdeel.^ vert: 4» dat de Aarde, die door het by-
gieten van Loogzout uit dë Solutie nederflaat,
siusi' , gewasfchen en gedroogd / een waare Bitter-
zout-Aarde (Magncjïaalba) is. ,
Deeze Armoniakaale Zouten , door den Heer
L innjEus niet befchreeven zynde, heb ik
noodig geacht ’er by te voegen, om de Historie
der Zouten eenigszins volkomener te
maaken.. Thans gaa ik over ■ tot den tweeden
R.ng deezer Afdeeling, die de Zwavelachtige
Stoffen behelzen moet»-
IX. H O O F D S T U K .
Algemeene Eigenfchappen der Z wave l i -
g e Lighaamen , anders ook Ontvlammende
of Brandbaare Mynftoffen genaamd. Ver-
deeling derzelvett.
T ) en tWCeden RanS’ ondefde Mynftoffen,
Stoffen maaken de Zwavelige of Ontvlammende
brand- Lighaamen uit , die by verfchëide Autheuren
baar. Brandbaare Mineraalen getyteld worden, lm
mers deeze zyn de eenigiten onder de Myn-.
ftoffen, die, eigentlyk gefproken, of op zig
zelve, Vlam vatten en verbrand kunnen worden.
Met de Harden dér Plantgewasfen komen
é é n z y , ih veele opzigten,overeen. In Wa- iii.
ter zyn zy niet fnieltbaar, maar wel in Olie
ook worden eenigén door Vuurbefteüdigè^KooEü* -
Loogzouten opgelost, en door middel van de*
zelven in Wyngeest ontbonden. > In Smaak
verfchillen zy van de Zouten zeer; de meeften
hebben naauwlyks èenige aandoening op de
Tong; : ten zy verweerd óf fchérp geworden
door de werkinge der L u g t , welke hunne
Zoutige deeltjes ontwikkelt: wantgeeneAard-
harst is zonder dezelven; maar zy zyn daar in
door Olie zodanig bewondén, dat menze anders
niet dan dooreen Scheidkonftige Ontleding gewaar
wordt. ■ 1
De meefte Zwavelige Stoffen hebben eeni- ^Hubh«
■ gen Reuk , doch voornaamelyk, wanneer zy stank,
door wryven of Rampen warm gemaakt, en
nog fterker , wanneef zy -op gloei jende Kolen
geworpen worden. ■ Deeze Reuk is meeren-
deéls Harftig o f Zwavelig en in zeer weinigen
een Stank als van gebrand Hoorn. Alle Aard-
harftèn branden, a!s zy onmiddelyk raaken
aan’ t open Vuur , met eene Vlamme, die in
fommigen geelachtig, in de meeften wit of
blaauw is ï maar weinigen branden zonder
eenige Rook. De Vlam der meeften geeft
een walgelyken Geur, ja van fommigen komt
een Waafem, die fcherp is en verflikkende;
gelyk dit bekend is van de Vlam van aange*
Roken Zwavel. By eenigen is de Rook fterker
Lil. Dkbl. IV. Siva,
« S k ä I m