III. vau Engeland en in Schotland, fchynt als de
AxnEI“ Stapel te zyn van deeze Kolen,die echter ook
Hoofd- in veele deelen van Sweeden , Duitfchland *
W ^ .V r a n k r y k en Italië, ja aan den Rhyn in
de Nederlanden gebroken worden. Zelfs komen
zy in de Zuidelyke deelen van Rusland ,
in Siberie, in China, als ook in de Noorde-
lyke deelen van Noord-Amerika, voor. Niet
zelden zynze vermengd met Zwavelkies , Y~
zerfteen, verweerde Schulpfchaalen en derge-
lyken; als ook met Loodglans, gelyk in Derbyshire
en het Wurtembergfe. Zy leggen
veeltyds in de nabuurfchap van Koperfchie-
fers , Aluin-Ertfen, Vitriool-Ertfen en Zout-
bronnen, als ook van Medicinaale bronnen,
zo dat, wanneer- zig zodanige Bronnen in
een Voorgebergte bevinden , op Steenkolen
goede verwagcing zy. Niet zelden komen er
afdrukzels van Kruiden e n Conchyliën in
voor.
Loop der' Wat de Beddingen aangaat, die hebben
Beddin- doorgaans in een zelfde Gebergte eenerley
sen* rigting of loopen aan elkander evenwydig ;
maar haare Valling of fchuinte verfchilt zeer.
Eenigen maaken met den Horizont een hoek
vanv yf, anderen van tien, vyftien, twintig,
dertig en meer Graaden. De eerften noemt
men Zweevencle, de laatften Hangende Vlotten
of Beddingen; terwyl die nog grooter hoek,
van zestig, tot tagtig en negentig Graaden
maaken, Stamde Vlotten geheten worden. Of- 'lit.
fchoon deeze laarften gemakkelyker te bouwen
zyn . vallen zy nogthans kostbaarer , wegens Boofd-
* ïxt i ° STUK. ■
t water, en leveren minder uit: weshalve sreenMex.-.
toen de genen , die eene Valling van dertig
Graaden hebben, boven allen verkiest. Echter
zyn de rneefte Steenkolen-Mynen in Schotland
van den'laatstgemelden aart; dat is-, fteil
nederdaalende. Doch die.rigting der Beddingen
is niet behendig. Somtyds maaken zy
éen Bógt én ryzen of daalen aanmerkelyk en
dikwils op een tegenftrydige wyze. Somtyds
zetten zig de Beddingen, met een fterke Valling,
in de diepte en buigen zig om, loopende
vervolgens met een Zweevende rigting voort:
fomtyds fpringen ook de Beddingen van één,
én verdeden zig , de ééne Laagr opwaards
gaande, de andère nederwaards; of zy worden
door andere Steenfoorten , Zandfteen, Gips ,
Keizels of te famen gehoopte Rotsfteenen, of
door Kobalt-, Yzer , Loodi Ertfen , geheel
afgebroken, Gemeenlyk worden zy , in ’£
laatfte geval, kort te vooren, Paauwenftaart.
kleurig en flegter , of ook geheel onbruik-
baar, en loopen dan dikwils geheel te niet
of verflegten zodanig , dat zy het bewerken
niet meer waardig zyri,
De nuttigheid der Steenkolen, en het voor- H ,
deel dat zy aanbrengen, heeft veel aanleiding 2°eken°p
gegeven tot het opzoeken derzelven, of het kolen?6“'
§L 2 U’t-
M k i i
' H
w
{ « H l
é m
f g i s i
m é i