AifiBBL. van Hout tekunnen dienen (s). Het bie-
V. tere Bitumineuze, dat anders mede overgaat.
Hoofd- , , , , .
wordt dus te rug gehouden. Die manier ,
echter, was meer dan een Eeuw bekend geweest,
als in den jaare 1670, door eenen
Engelfchman H a t t o n genaamd, aan de
hand gegeven zynde. In ’t jaar 1763 kwam
eene verbetering van het Deftilleertuig, door
den Franfchen Heer P o is s o u n ie r , aan ’t
licht, die echter maar een zeer ingewikkel-,
den toeflel maakt ; waar toe insgelyks de
byvoeging van eenig Loogzout vereifche
wordt. Men kan de vereifchte veelheid ligte-
lyk door beproeving ontdekken.
Zont van Behalve het Z o u t, dat men dus onmidda*
IfeiSru uit Zee-Water krygt, komt hier in aan®,
merking het gene de Zoute Meiren binnens-,
lands uitleveren , waarfchynlyk van den aelf-
1 den oirfprong zynde. Van ouds waren ver-
fcheide zodanige Meiren in Klein Afie, in
Egypte en Libye, bekend. In deeze Eeuw
heeft men. ’er veelen, die den naam van Zout-.
Moerasfèn mogen voeren, gevonden in het
Rusfifche Ryk naar den kant van Siberie en
verder in de middelde deelen van Afie; ook
in de Krim, aan den Dnieper, in Duitfchland
en Italië. In Amerika heeft men de Gangi
Men-
G ) üiigezogu leerhandelingen- I, D-, bl. 220* & i y .
D. bl. 633,
Mendoza, van dien. aart, veertig Mylen lang
en op het fmalde vyftien Mylen breed zynde.
Verfcheidene komen ’er voor op de Eilanden STÜK,
in de Westindiën en by Kaap Verde in de
Atlantifche Zee.
, , Het grootde deel des 39 fc, Zouts , dat in ’t naVaomo ri-n!
,, Moskovifch Ryk gebruikt wordt. komt uit Ruslan*.
,, een Meir, by de Rusfen Telton, by de Kal-
„ mukken Geit on- mor genaamd. Dit legt
„ over de Wolga, omtrent veertig Duitfche
„ Mylen van Suratow, en half zo ver van
„ de Stad Dmitrefok. Het ftrekt zig in de
„ breedte drie Duren gaans en in' de langte
,, y y f Duren uit. Daar vallen verfeheide zou-
te Beeken in. Het Water is roodachtig
en zeer zout. Omtrent honderdvyftig Roe-
„ den van den Oever beginnen de Zoute laa-
,, gen, door ’ t ganfche Meir uitgedrekt ,
,, ongevaar drie Duimen dik. In ’t midden
,, leggen zy vry diep. In ’t jaar 1746, toen-
,, men dit Zout eerst begon te gebruiken, was
„ het geheele Meir ’er mede bedekt, en men
„ reedt ’er met Karren op, als over Ys;maar,
9, toen zy onderzogten , hoe veel Laagen
„ Zouts ’erin het Meir waren, brak de Korst
„ in, en federt heeft dezelve onder Water
, , gedaan. Ruim duizend Mannen vaaren,
„ tegen ’t end van Mey, met vier- of vyf-
„ honderd Schuitjes van den Oever af, en
„ aan het Zout gekonjen flappen zy ’er
G 5 » uit»