II
Hoofd?
STUK.
Naams*
reden.
II . H O O F D S T U K .
Befchryving van de S a l p e t e r en .Salpeterachtige
Kryflallen. bereiding van de Salpeter
in de Ukraine « in Vrankryk en andere
deelen van Europa. Verfchil van de Oost-
indifche. Salpeter door Kopst gemaakt.
Eigenfchappen, Grondftoffen, Vo%jtbrengzelen ,
Truttigheid, enz Salpeterige Steen - Kry Hallen
i Kalkachtige , Gipsachtige.
De benaarning , Salpeter , is zo algemeen
aangenomen , dat men (zonder ondui*
delyk te worden) naauwlyks een andere in ’ t
Kederduitfch gebruiken kan, voor dit zo békende
Z ou t, dat in Vrankryk en Engeland
den naam voert van Nitrè, naar den Latyn-
fchen Nitrum , die van ’t Griekfche Nitron
afkomftig is. Zy verftonden ’er echter, oud-
tyds, een ander en wel waarfchynlyk een
Kalkzóut ( Nat rum') of een Steenzout (Sal
Gemma) door, en daar van heeft hetmisfchien
dien basterdnaam , als Sal Petra of Rots»
Zout, bekomep. Want het gedagte Natrum
wordt dikwils aan de kanten van Rotfen,
Steenen en Muuren, uitgraeijende gevonden!
Sommigen willen, dat het Nitrum der Ouden
de
SALhEtfEi tioE K r i s t a l l e n . 19
de Borax zy geweest ( e ). P l i n i u s vef- lil» *
haalt ( / ) , dat men het in Egypte, op d e r -^ jj* 1 * (V)*
gelyke manier uit het Nylwater, als het Zout Hoofd*
uit het Zee-Water kreeg; naamèlyk doorSTCKi
uitdrooging van de Zon, in zekere Werken,
Nitraria genaamd» Ook zegt hy , dat het
aldaar, aan hoppen gcl'egd , Sceenachtig
wierd, zo dat men ’er Vaten van maak en kon, «
die fomtyds ros waren, wegens de ingemengde
Aarde» Plet was van eene bytende, Loog*
zoutige natuur , verhittende en Wondzuive-
rende, fc her per dan Zee-Zout, en derhalve
van het hedenda3gfch Salpeter zeer verfchil-
lencfe.
Het onze maakt by' L innjèüs de eerfte
Soort van dit Geflagt uit, onder den naam
van j
( l ) Salpeter, die uit Aarde gehaald Wordt♦ j,
Nitrum
Klet deeze bepaaling wordt door den Rid?SéenV 9
der ons Gemeen Salpeter van het Kalkachtig Salpeter*
Zout,
(V) Stahl. Ckyrn. Thijs. p. 567, 568. Hofmann. Opuss.
Thijs. Med. &c.
C f ) Ui ft. Nat. Libf. XXXI. Cap. 10.
(O Nitrum Humofum. Syft. Nat. XII. Tom. 3. Gea,
13* P- 84. Nitrum nudum Humofum. Wolt. Min. 23.
Nitrum femivolatile Terras insnixtum. Carth. Min. 38.
Nitrum Terra mineralifatum. Wall. Min, 165. Wall*
Sjst. Min, Tom. JI, p» 44.
11 2
UI. Bebl. iy . Stwh.