WÊÊÊ WÊÊÊM
206 D e B A r fï-S ÏÈÈfT ÉN
«ffjj ïa Sweeden wordt hy k a f of Glys getiteld*
' XI. De echte Barnfteen wordt gevonden aan dé
stuk* " Klisten der Noordelyke Landen , zo van Ëu-
Bamftèenropa als van Afie* Zy wordt opgeworpen aan
Kusten de Oevers van Schotland, van Sweeden,
Noord6-en ^ eeiiernar^en en Kotend, zelfs aan de Oofl-
Zuider kust vanSiberieen aan de Ys - Zee. Men heeft*
vonden* ze °°K voormaals aan onze Kusten, inZönder*
heid aan het Eiland Ürk in de Zuiderzee, in
aangéfpoelde Veenbonken, taamelyk veel
gevonden, zynde helder geele Stukjes, doch
naar ’t fchynt niet groot. Een Stuk van vyf*
thalf L o o t, aan ’t Groninger Zeeftrand voor
eenige Jaaren opgeraapt, zig in ’t Stadhou*
derlyk Kabinet bevindende, muntte in deezen
uit (è)é' Tegenwoordig komt niet dan roode
doorfchynende Barnfteen aan onze Stranden
en by uitftek zeldzaam voor, zo de Heer
Berkhev aanmerkt, hebbende een geelrooden
gloed van binnen , maar eenigzins ruuw van
buiten zynde (ƒ> Eenige Heeren, in Jt laatst
van November deezes Jaars 17S3-, tot Vermaak
een Reisje naar Schokland , ’t welk beooften
ü rk , digt aan de Kust van Overysfel, in de
Zuiderzee le g t, gedaan hebbende , bragten
my van daar te rug twee fraaije Stukjes Barn*
fteen
CO Natuuriyke Hifiorie van Hollandt II. Deel , bladz.
413*
( / ) De bladz. 9315.
DESZELFS VERSCHILLENDHEDEN. 207
fteen. Het eene is geelachtig en taamelyk hel*
der met eenige onzuiverheden , byna een Vin*
gerlid groot : het andere platter, breeder,
rooder, doch minder helder; van buiten met
Vezelige indrukzels, welke misfehien de Groei-
jing ofStolling in ’t Veen aanwyzen. Dit heeft
de langte van anderhalf, de breedte vanéén,
de dikte van een vierde Duims; zynde dus
vierkantig, meer dan een Duimlid groot.
In Europa is het Koningryk Pruisfen, inzonderheid
de Samlandfe Kust, beooften de
Stad Dantzig, tusfehen Pillau en Memel, een
Bogt van de Ooftzee uitmaakende, vol Ondiepten
of Schorren en Banken; de groote Voor-
raadfehuur van den Barnfteen. By Koningsbergen
is een Streek van omtrent tien Duïtfche
Mylen langs deeze Kust,welke hetallermeefte
uitlevert. Hier wordt dezelve of onder andere
opwerpzelen der Zee , Zand , Steenen ,
Schulpen , Wier en Zeegewasfen, door daar
toe aangeftelde Kamerdienaars en Strandkneg-
ten, waar van ieder zyn Distrikt op zekere
tyden des Jaars moet omgaan, opgezameld en
a3n de Koninglyke Barnfteen • Kamer geleverd;
of onder opzigt van zulke Kroonsbedienden ,
door de Strandboeren en Visfchers, by Star.
mig Weer en als de Wind bedaart, met zo genaamde
Ketfchers , dat kleine Netjes zyn
aan lange Stokken, gevischt. Dit Volk gaat
met de grootfte hope, wanneer de Baaren
vge]
H L
A fdeel.
XI.
H oofdstuk.
Groot»
Voor-
raad-
fchuur
daar van,
aan de
Pruisfi-
fche Kust
in de
Ooftzee. ]
* " Yt
h m \
«M g
■ pj