*x& D e B a r n s t e e n e n
i f
lil. aangezien ik toen geen Afbeelding daar van
Afx *L* had medegedeeld, kwam het my niet oneigen
Hoofd- voor 2U]g§ hier te doen. Derhalve vertoon
STUK« 3
ik , in Fig, a , op P l a a t X X X V I I , een
Stukje fraay doorfchynend geelen Barnfteen ,
waar binnen zig zeer duidelyk een gevleugeld
Infekt openbaart, dat meer naar een Hommeltje
dan naar een Vliegje gelykt. De meeften
der Stukjes Vliegen - Barnfteen, die ik heb,
fchynen een Soort van Wespjes te bevatten,
en in een groot Stuk komen ’er twee aan el-
kauder, als in dePaaring, voor.
Vischje Eenige Autheuren fpreeken ook van Kreef-
inBam- te n , Adders,’ Haagdisfen , Kikvorfchen,
fte6pL Vischjes en derzelyer Kuif * welke in den
XXXVII. Barnfteen ingeflooten zyn gevonden. Hoewel
Ftg' ^het mooglyk is,dat dezelven ’erdoorKonst >
tusfchen-twee platte Stukken*Barnfteen, in-
gebragt waren, is echter zulks uit hét postuur
doorgaans te ontdekkente meer., de*
wyl men de famenvoeging dier Stukken ligt
kan waarneemen. -In ’ t byzonder twyfel ik
n ie t, of dat Stukje, waar van ik de Afbeelding
in Fig. i', op de gemelde Plaat , gegeven
heb, is zo wel natuurlyk als-het andere. Het
Vischje, daar in vervat’, fchynt wel een klein
Platvischje te zyn, doch heeft onder aan den
Bek zeer zonderlinge lange Baardjes.’ Dóór
die byzonderheid wordt de echtheid-van dit-
Voorwerp zeer bevestigd,
• Uit
deszelfs Verschillendheden. 213
t Uit dit alles is taamelyk blykbaar , dat de ni.
Barnfteen weleer een vloeibaare Stofte zy ge*Ar^ L
weest, en zulks is nog waarfchynlyker, door- Hoofd-
dien men hem fomtyds geheel week en kneed-STUK'
baar heeft aangetroffen, ’t welk inzonderheid
plaats heeft in de Gegraven Barnfteen, welkeweek.
doorgaans veel weeker is , dan die in Zee ge-
vifchi wordt ; zodanig dat men den Gegravenen,
om hard te worden, dikwils een poos in
Zeewater legt. Men heeft voor eenige Jaaren,
in ’t Poolfche , aan de Oostzee, gezien, dat
h y , by het in den Grond booren, als Gom
aan ’t Yzer kleefde* Ook vindt men ’er fomtyds
indrukzels van Bladeren in. By het
maakèD van nieuwe Graften te Koppenhagen,
nu ruim een Eeuw geleeden, werden Stukken
Barnfteen gevonden van verfcheiderley grootte
, die aan Eiken-Schors of aan Zwart geworden
Hout vast gekleefd zaten ; doch zy
vonden dien Barnfteen niet, voor dat zy toe
de diepte gekomen waren van de Oppervlakte
der Zee ('o). Voorts komt hy insgelyks in de
Zuidelyke deden van Europa, natuurlyk,
gelyk in Languedok en Provence; ja zelfs in
Spanje verfieend of gemineraiizeerd , voor.
Immers zodanigen hadt de Heer B owl e s ,
omtrent vyftien Voeten onder de Oppervlakte
(o) Barthol. Ai7. Haftt. 1671. p. 110»
0 3