Aïdkkl. ” eerdbe Proeven gefchieden; alzo het Scheid-
S t . s’ VOgt niet even gemakkelyk op de beide Me-
fiüK» j> taaien werkc, ontbindende het Goud ge.
„ reeder dan de Platina. Wanneer het Zuur
„ flap was geweest, en men maar weinig Hit-
» te gebruikt had, bleek het, dat een groot
,, gedeelte des Gouds opgenomen ware, voor
,, dat de Platina merkelyk aangetast werde.
99 BY bet verbranden van ’t Filtreer-Papie>
,, met het Goud daar in , is Borax de be-
L * F % Z '' kwaamfteVIoed* : maar, alzo dit Zout een
,, kennelyke bleekheid aan het Goud geeft
„ kan ’er een weinig Salpeter ingeworpen wor’
„ den , na dat het Metaal tot Smelting is
,, gekomen , 'dem deszelfs Kleur te herftellen.
„ Indien ’er vóóraf, toen het Goud nog in
„ een zeer fyn Poeijer was verdeeld, Salpeter
„ bygedaan werde, zouden ’ereenige deeltjes
„ van verfpreiden geduurendede ontvlamming,
„ welke dat Zout maakt met de Kolige over-
„ blyfzels van ’t Papier” .
Deeze Proefneemingen en Aanmerkingen
van den Heer L ew is , heb ik goedgevonden
hier, wat het voornaamfte aanbelangt, uitvoeriger
voor te draagen , dan zulks elders
by verkorting is gefchied (k). Immers,
van
G ) Zie Uitgezogte Verhandetingen. JIJ. J)ee] f bladz
S34 enz. de Vwtaaling zynde van een Franfch Vertoog
van
Van ruim zo veel aanbelang de vervalfchirg Ml.
van het Goud, door dit zonderlinge nieuwe x x ih
Metaal, op eene onfeilbaare en gemakkelykej^*11-*
manier te kunnen ontdekken, als te berede-
neereo , of hetzelve weezentlyk tot de volmaakte
Metaalen behoore, dan óf het een
overblyfzelzy na de Amalgamatievan het Goud,
gelyk L i m K'jE bs voordroeg als ’t Gevoelen
van den Heer M a r c g r a a f ; terwyl de
Heer L e w i s uit de gedagte en andere Proefneemingen
meende vast te mogen flellen, dat
het een eigen Soort zy van Metaal, weezentlyk
van alle anderen verfchillende; ’t
welk nader is bevestigd (/).
De Heer W a i l e r i d s immers de r e -Overeen»
denen, om te bewyzen , dat de Platina
de volmaakte Metaalen behoore, famentrekken-
de, zegt. ,, Want zy heeft een zeer grpote
overeenkomst met het Goud; i . Ten op-
„ zigt 'i van de Soortelyke zwaarheid # door
„ welke zy i zuiver zynde , alle Metaalen *
„ zelfs het. Goud,, overtreft^ a. Door haare
„ vastheid, onveranderlykheid en onverniel-
„ baarheid, in de L u g t, Water en Vuur :
s» 3•
van den Meer Macquer , daar omtrent, onder anderen'
ontleend uit de Philofophifche Tranfaüièn, van dé Jaa*
ren 1754 en 1757» als ook uit de Stokholmfe Verhanden
fiugen, van ’t Jaar 1752 of XIV. Deel, enz. i K •
(7) Zie een Brieif van Venetie .• Uitgezogte Verhand^
als boven , bladz. 540.
III. D a st. IV- Stuk,