^04. Het P°’rL00D> DE Bruinsteen,
UT. enkel Potlood zeer dienftig. Ook doopen de
Afdeel. paruikemaakers het Haair, dat zy in den O-
Hoofib- ven bakken willen, eer zy hetzelve in ’t Deeg
‘X w .d o e n , in Water met Potlood gemengd , om
het geel worden voor te komen. ,
II. (2) Potlood, door wryving zwart wordende.
Magnejia.
fteen"in' * Hier komt die StolFe voor , welke gemeen-
lyk Magnefia of ■ Magnejia Fitriariorum, in
Vrankryk Magnejia of Manganaife, in Enge*
land Manganefè geheten wordt. De oirfprong
van dien naam is duider. Zou het wegens de
zuivering van ’c Glas zyn, dat zy helderer en
fchooner maakt en deswegen ook genoemd
wordt Sapo F itr i, dat is Zeep van Glas; of
wegens eenige gelykenis naaf den Magneet ,
in dien opzigte ? Pl i n i u s fchryft van een
Magneet, die van ’t Eiland Magnejia afkomstig
was: maar als een Erts vind ik by hem
niets van dien naam. Daar is een Magnejia ,
voortkomend^ üit het Kalkachtig overblyf-
zel der Oniydige Zouten, die men Witte
noemt;
f i ) Molybdcemm .trltura fetrd. Syg. Nat. XII. Tom.
111. Gen. 25. Sg. 2. Magnejia param Martialis. Cronst.
Min. 116. Magnefia Vitrjariorum. Baum. Min. I. p. 260.
Ferrum intraftabie fttscum inquinans &c. Syst' NaCiftL
-N. 8. Ferrarti nigricans fplendens e Ceritro radiatum. Wólt$
Min. 31. Ferrum Minera iifatum &c. Wall. Min. 469.
Magnefia Fuliginofa, Particuiis acerofis nitens, .fragilis,
Manus inquinans. Wall. Syst.Min, L p. 342,
en Wolfram, of Tzer-Blende. 405
noemt f g ) ; maar deeze , geheel daar van
verfchillende, voert te teregt den naam van x vu .
Zwarte, en wordt in Duitfchland Braunjlcin
dat is Bruinüeen, gctyteld. ■ .
Deeze ScofFe komt in Sweedfch Oostgoth- Haaf*»
land in onzuivere roode Kwarts en Veld-Kei-
zels voor.* in Engeland, in Vrank»yk en by
Schneeberg in Duitfchland, vindt men’ ze im
doörfchynende Kwarts; by Ospbrugge in
Westphalen, in Okerige Kalkfteen; by Urne*
nau in Gips-Spaath ; in Saxen en Hongarie
in Kalkfpaath en Melkwitte Kwarts; voorts
op verfcheide plaatfen in Italië en Duitfchland.
Zy valt in Gangbergen in Pïemont en
by Iiefeld op den Haarts, als ook in Silezic:
in Vlotbergen, aldaar by Goldberg, enz. Men
treft ’er zelfs hlyken van aan, in de Aschvan
verfcheide Plantgewasfen.’
Gelyk meer Stoffen van een duifleren aanpMineraaie
zo-heeft deeze inzonderheid groote vefplaat-hourhns*
zingen ondergaan in de Stelzelen der Minera*
logiften. Allen, byna , hadden zy dezelve
Voorheen onder de Yzerfloffen gefchikt en
W a l l e r i u s noemde ze zelfs, Geminerali•
zeerd Tzer , met eene befmetlenck Roetachtige
Erts en verfpreide famenioopende Streepen: maar
naderhand heeft hyze onder de Steenen, en
wel
(g) Magnefia alba Officinanim. Zie hier voor, bladz. 65.
Cq 3