III.
Afdeel
XXL
H o o f d -
STUK.
fyn gemalón Keizels of Kwarts ; ( baar datzy
meer of minder van dit byvaegzel verdmgen
kan); en even zo veel drooge, zuivere en fterk
gebrande Pötafch* m groote fterke Potten,
die tegen ’ t Vuur beftand zyn:,breeds in de
Glas-Oven ftaande. Men houdt dit mengzel,
agt Uuren lang , in een fterk Smeltvuur; roe*.
rende het, op dat alles te gelyk in vloeijing
feome , fómtyds met een fterke Yzeren Staaf
om; neemënde de witte Schuim ofGlasgalle,
die zig boven aanzet, af. Dan fchept men het
Glas , als het lang genoeg gefmolten , wel
gekleurd en zuiver is , met Yzeren Lepels uit;
werpt het gloeijend in Houten Troggen, die
met koud Water gevuld zyn, en brengt het,
verkoeld zynde , onder defi Stamper, zeeft
het door en maalt het dan op den Molen ,
tusfchen twee harde Steenen, met een by voeg«*
zei van Water tot een fyn Stof* Dit mengt
men dan met Water en door omroeren fcheidt
men het fynfte , dat uit den blaauwen naar ’t
Afchgraauwe trekt, in *t Hoogduitfeh Efchel
genaamd, door ■ afgieten van het overige. Uit
dat fynfte kan men, doof nieuwe omroering en
afgieting, de Engelfch? 'Smalt bekomen. Het
overblyvehde wórdt, na ’t afgieten des Wa*
te rs , op Planken gedroogd, en, weder fyn
gemalen of gewreven zynde, in Tonnen ge.
pakt , waar van ieder ongevaar drie Centner
houdt» Van deeze Smalt maakt men dus verfcheide
fcheide Soorten , die naar de zuiverheiden Afdvkl»
onzuiverheid, hoogte of bleekheid van Kleur, VH^
verfchillen. S*UK'
Tot Schilderen dient hetBlaauwzel niet zeer Gebrul
wel: ook is , het in groote veelheid tot doorhaaien
van ’t Lywaat gebruikt, daar voor na-
deelig , door zyne fcherpheid. Beter deugt
het tot Strooy-zand en tot blaauwe verglaa*
zing van ’t Aardewerk. Zelfs de Spyze of de
Slakken , welken het blaauwe Kobalt glas op
den bodem laat vallen , houden dikwils nog
Kobalt, geevende met Keizels en Potafch een
blaauw Glas: dikwils is zy vaneen Koper-
houdende Koperkleurig, doch tevens broofch
en breukig, kunnende fomtyds als Koper tot
kleine Schelletjes, welken men ’er van maakt,
gebruikt worden.
Thans gaa ik tot de befchryviDge der Soorten
over.
CO Kobalt, die gekrtfallizeerd /«. ' ^
, CryftctUi-
Sommigen noemen dit Glans ~ Kobalt, anderen ^
ne.
(x) Ccbaltutn cryftaliifatum. Sy-ft. Nat. XII. Tom, III.
Gen 29 Sp. ft Cobaltumum Ferm Solpburatq & A»
fenico mineraUfatum. Cronst. Min. Cobaltum Feï-
ro Arfenicato, cum vel fine Sulphure minerabfatum &C.
Minera Cobalti Tesfularis. Wall. Syst'i Min. IL p. if«*
Galena Cobalti mmuikrum. k
G g 4
III. P»m- IV, Sïuk.
w J ® I 'ïï-'ïX I
r3 m
Üv.mMf ’ I
i ïM |
• mmmm
i#l
mi
I f l l
§ 1 1 1 1
i M I
\m B tt
m m
i l i& l l l
i
m & m
1 . C '