-1.1
ï
i l T
^ ' " Il I
,11, in
i î l j j , .
N A T U U R K U N D E .
voorrechtvaardigenenvooronrech va»rd gen
Doch is deze ielve»yrAf/<«ítcenalderad.orfl:
Kemekenvande Godddyke Wyshe.d ende
S h d d : dewelke op dat 7y h.ar emde met
• ,oude Tiilftn de beweging der Zonne of der
Aardeniet geleid heeft door de M.ddellyn
„aar door de Tekenkring, over we^ie xaak
dders meêr. Alle de Sterren van het Uytftanna
verfcliynen niet aan allede Volkeren,
maar by ons bewoonders van de Gematigde
Noorder Luchtttrcek gaan lekere Sterren op
en onder. andere gaan nooit ondcr, den gehden
Nacht door liclitbaar, terwyl andere
altyd voor ons verholen zyn, altyd te zien by
de bevvoonders van de Gematigde Zuyder
Lnchtllreek. Verder verdiend de iiytätelm^
van het Maan-licht eenebyiondereaandaeht :
bv ons is dezdve dan vol, wanneer wy derlelver
meeüe licht hebben, Nieuvv, als het
minile. De Uytdeeling van het Zonndicht
over de Aarde, en alle Planeeten, is zodanig,
namentlyk alseeniegdykvannodenhadde
lOude wederom nieuwe Itoffe uytleveren
om de Goddelyke Deugden groot te maken.
Doch het zy nu genoegdezezaken te hebben
aangetoond. , , r, „ ,
De Figuur A. vertoond de ¿onne-Goaheld
van de Japomeezm genaamt ^miíía en
Fmhm, zittende op eeneRooze, hetKruyd
Nmufhat of Uios: van dewelke hy Kirchirus
t ^ d i f . i L / E g y f t . I. D e d . bl.406.
De Figuur B. is eene Penning der Rhcài'érsy
aan de eene zyde vertoonende eene
bloem of van eene Rooze, waar van zy gezegt
worden den naam te hebben, of van eene
granaat-appel-blcem. Sfmihem ymrtrif jer
'Pemivgkmde, ¿Í. 2 7 7.
De Figuur C. Printblad 318. De Tempd
fîorfèû/iroïeene AmerikaanfcheGodheid door
5 1 5
Menfcheii-otierhande bcroemd, vandeweîke
Kncheras dusípreekt in lict aangehaalde Boek,
bladz. 42 t. De manier va» ofere» "juas dezet
die volgd: zy Inden den Menjcb, die zieh vryw
ilkg rot eene nprbande aanbied door alle dt kruysßraaten
van de Sind, en de -ji'eegen mc de aidergrooffie
vrolykheid ., en, by -wyze van Zegenfr
ad i p^eleidetí zy hem rondom: Deze piechitgheld
zyude verriebt, "jíord hy voor den Jfgod,
die aau den hoek van den Toorcn is, om U wordmgedood,
gcjtelt, ende Gezangcn en Danßeryen
weder op nteuzv zynde aangevavgen, opcnd
di prießer met zácr ßeene ßheerrnes kruyswyze
de borß, en bet berte nog luarm daar uyt
•gehaald zynde^ en ziedande door de lí-armíe des
blocdsy beßrykt hy daar mede den mond van den
/Jfgod bet eeifkt naderhand ecngedecite van het
vloeijende Bked tegen de Zonne, of des nachts regen
de Mane hebbende geworfen, beßneert hy 4e
mnden der overi%e afgodenbeelden, ook den top der
Dcure van den Tempel, en eindelyk het herievtrbrandende,
maakt h het tot aßchex hetjlofheudtnde
voor heilUge overblyfzekn, het -welk zy ook
insgelyks met di aßchen van het gantjche Ikhaam
doen.
De Figuur D. De Penning Víír\§l*adrattis,
Landvoogd over Syrie, op welker vooríte
gedeelte een getoorent Hoofd van de Scad
Ântiochie-, op het achterñe den Ram en eene
Sterre tuíTchen de tweehoornige Maan, het
Zinnebeeld van Antiochie. Geflagen in het
Jaar 808. na de Bouwing van Rome. NorisEpoch.
SyroMaced.DtffertMl bl
De Figuur E. Gekroonde Penningvan Mithndates:
van achteren een Hei t , de Maan,
Zonne en Sterren in eene kroone, te zamen
gevlochtcn uyc vericheidcn Bioemen ea Bladen.
Beger Paltfche Schatk. bl. 15 x.
P R I N T B L A D CCGXXIX.
Uwe kleedinge en is aan u niet 'veroudert,
'üeertigjaar. Deut: VIII. vers 4.
' um voet en is niet gefwollen de^
Een IVonderwerk door G O D op 't herelykß' •
In veerrig "Jaren tyds heeft Abrams nageßagt,
In zo veel tagten, aan zyn kleeä'ren nkts verßeten:
De ALmagtige heeft het befcbermd voor allen nood.
6 Ifrael! dit heil moet nimmer zyn vergiten,
Op dat uw dankbaarbeiä zyne eer en lof v er groot.
Zie daar tvvee gclykluydendc Piaatzen
Deut. XXIX. 5- Ende ik heb u-litden
veertig jaar doen wandckn in de woeßyne :
uwe Úederen en zyn aann nietverouJerî ; en'
de Uwe fchoe en is niet i.eroudt aanu^vcnvoet.
Nehem: IX. î i . /tlzoo bebt gyze veertigjaar
cnderhoitden in de wocfiyne, zy en hebbengeen
' • hare kleederen en «yn viet veroudt,
ende bare voeten niet gefwollen. Over
deze zaak vinden wy verfchiliendegevoelens,
ik zal dezelve meêr van naby befchouwen.
De BefnedenLeeraars Rabbi Bêchai, Kimcbi,
Jalknt volgens henlieder gewoonte ailes vergrootende,
envermeerderende, ziendit Verfchynzel
aan als een van de grootile wondcrwerken.
Zie daar > wat zy zeggen. De £n-
S s s s s ge