N A T U U R K U N D Ë .
Stenn vry geruß a/ G O D S «
*Die Ifrel uit Egypte hecft geleid,
En Ü hier beeft ccn flille ruß bereiâ,
Door zyiie kragten^
Trek voort, trek voort ; het land ßaai voor u bloot,
V Is GOD, die u den toegavg\z.eLf ontßoot^
Gy hebt voortaan vog ongeval, nog noody
Maar vreugd te wagten.
W
"H:
IN die Hoofdiluk ilaan Twe e Wonderwerken
door beide Hoofdftoffen, Warer en
Vuur, uytgevoerd. Beide waren het voor
Gideon teil bewyzevandeGoddelykeHulpe.
Door beide en wonderdadige Pleciitigheid
moeil de dappere Man ter Veldheeerfchaplyke
Waardigheid worden ingehuldigc. Ten
eerilen dan gaat 'er vuur, van G O D geionden,
op tijt de rotze, het welk gelyk hier
verteert Ä(?i/ihetSpys-ofFer, het Vleeßb ende
de ongezHuräe koeken, zo ook by andere gelegenhcden
deofferhanden heeft aangeüoken:
By de ofFerhande van Abel , by aldien /iben-
Ezra geloofverdiend, endeOverzettingvan
Iheodotion, kai enepurifen. By de offerhande
van Mozes IX. 14.. Inandere, elkophunne
plaatzen te melden. Ook klimt op den
Vefuvius doorgaans Vuur uyt de kloven der
Rotszen. En de ßeproevende Wysgeerie
vertoont Vuur en Wärmte uyt dezamenmenging
van lichamen in der daad kouwd, hiite
en rook geeven Water met levendige Kalk
vermengd, Sterk Water enVylsfel van metalen:
Vuur geefc ook de Salpeter metOoilerfche
Specery-olie gemengt. Dog alhier is
niets zodanigs. Hier is geen Vulkaan, noch
Stoffcheidende Werkwinkel. Gideon bereid
voor GOT) zynen gail een Geitenbokskcn en
een Epha tneels, Velgens myne rekening een
Zürichs Vierdedeels en aj^. maatjes. T)e ongezuurde
Koeken met het vleefcb hteft hy geleid
in eenen Korf, ende het zop dede hy in
eenen pot, deze dingen tot den maaltyd zullende
voort brengen onder de Ejke. Maar de
£K^i/des H E E R E N gebied wat anders.
Het vleefih moelt weg genomcn worden,
ende de ongezuurde koeken gelegdop dien rotzßeen,
en )}et zop uytgegoteH worden. Niemant
is 'er, ofhyziet, by aldien hyniet blind
i s , dat deze handcling alle de krachten der
Natuure overfteigert: dat'er tot de verteering
van deze Offerhande nietalleenvereifcht
Word wärmte, niet alleen rook uyt Opzieding
ontftaan, niet alleen overgaand Vuur,
het welk de Beproevende Wysgeerte geeft,
maar veel Vuurs. Nochtansis'ernietbyZwav
e l , noch Pek, noch andere vlamvattende
ilofie, maar gekooKt vleeich met het zop,
en ongezuurde koeken. De ganfche handeüng
veiToond het 2 1. vers. Ende de Engel
des HEEREN fiak het nyterße van den ßaf
uyt, die inzyne hand was, ende roerde het
vleefih, ende de ongezuurde koeken aan: doe
ging Vr vuur op uyt de rotze ende verteerds
het ileeßh en de ongezuurde koeken. Hier
houd alle Kedeneering op. Het is eene openbare
Wonderdiiad.
El en Elah betekend een Eikenboom, drun,
o f i n het gemcen een eikel-dragendenBoom,
ook is 'er tuilchendezewoordjesgeenonderfcheid
als van de Sexe, de een manlyk, de
andere vrouwelyk. Het xelfde betekenen
allah en allon. 'Dit onderfcheid van geflacht
is overoud, by de alderoudfte Kruydkenners
vermeld, maar ik weet niet op welke reden,
ten zy milVchien van de grootte, gebouwd.
En noch is 'er eene andere Eikenboom een
mannerje, dewelke klein van ßam is C. B.
eene andere Eike met breede bladen een wyQe
C. B. in alles kleinder. Maar daarzynEikeboomen
van verfcheidene zoorten by Jheophraßus
het III. Boek 9- Hiß. hejymeris, aigiloops,
platupbuMos, pheygos, hali^hloros (dewelke
aanonze £//zvermaagfchaptkangezegt
worden) C^ä« vertolkt het dus: Men heeft
zoorten van Eikenboomen die genaamt worden
Cerrusy Latifolia, Fagus, Salßcortex,
welke zommigen rechtbaftig noeraen.
Doch waar van daan onzeLatynfche een
Olmboom gehaalt heeft, welke eengeheelandere
Boom is dan de Eikeboom, is my onbekend.
Ten 7.ydeOverzetter£/Ägenomen
heeft voor alle Boom, gelyk inderdaadbyde
Oude Grieken dit eene algemeene betekenis
is geweeil van gelyk GlansttnEykel
allerley vrucht betekend. Maar waarom heeft
hy uyt allen Boom eenen 0/w verkoren? misfchien
wegens de vermaagfchapping met
Elab-i
N n n n n n P R I N T -
•Mi!;'
4%