' li: .
(Iii!
6 0 0 G E E S T
nen KtwyffeU tehebben, dewelke hetOoifproSkelvk
woord Barhmei«, Barkommem,
Batakeymeim behouwden. De meefte Uytkssers
fchynen geiien te hcbben ophetwortekvoord
B^rak.by heeftgeUixemt, maaralhicr
dobberen zy wederom op het onzekp-c,
zodatwyniet weten, cfhet moet verllaan
worden, het welk als de blixem doordnngende
is en brandende , of cene zodanige
Ih-uyk , dewelke gllnfterende en glansüge
Doornen heeft ? Jmms cn -IremeUmi , en
Comjus Letten het OKrOxyacantas, fiberfe
doornen. Doch deze ontllrikken den knoop
niet, zoalswywenfchen. DeBcfchryvingvan
de Scherpe Doorn is by de Ouden zo zeer
verfchillende, en duyfter, dat het iwaar zoude
zyll dezelve belliptelyk aan eene zoort te
verbinden Ofhiertoe belioord, de 'J>Me
dootmgtkc Miffel met het bUd van afmm,
of Scherpe Tloormn C. Ii. welke hy neemt
voor de Oxyacantha van 'Dirfcoriäes I. Boek
lii.km. mMat/bMis, Laciuta, Tumerns,
•Dodonem, Corius, Oefinerns , Bellmms ,
Lobelias, Raw^olfias, anderen. Figuur A.
Printblad CCCLXXVI. Of de O x yMha
van Dhfcorides, oi de fcherpe 'Doorn met het
hlad van eenen Teereboom C. B. welke hy voor
de rechte Oxynantha AngvHkm erkend, en
Lobelius, voor TyracantbazoieeWXsTurmey
akaMha, van de fcherpte der brandende en ftekende
punten, volgens het oordeel van Salmaßus
Figuur B. Print CCCLXXVI . Of
de doornachtige Berberil C. B. welke de
Oxyacantha van Galenus fchyt aan Cordui,
JabernemontmusHermoUtts, Ruellins, Fntnis,
Fmchßus, Camerarias, Fig.C.Primbl.
CCCLXXVII. De twee eerilezynonderling
verwandfchapt , en hebben het tnerkteken
van de Miffel, (de Figuur D. op den känt
van hetCCCLXXVl l .Printblad) namentlyk
cene roosachtige verwe, een ftcel elndigende
op eene byna bolronde vrucht, gekroond,
zacht, vieezig, als een koflertjc in zieh heb-
E L Y K E
bende zecr vele llecntjcslangwetpig van kern.
Tourn. Injl.U. 64t. van het 4iO-il:uk. Indien
gy zoud begeeren eene van de Afiafche Oxyaeantba,
verkiell het, ik mag het wellyden,
uyt het Aaubangfil van Toarnefort, de wilde
üofterfchc doornachtige Mifpel van blad als
eene fcberfe doorn, ofte Oxtacanthe met eene
furfere bloem : de Ooflerfebe Miffel, of Oxyaeamba
met zeer ruyge binderen. De Barberts
heeft cene roosvcrvvige bloeme, dellamuytlopende
tot eene zachte langwerpige ronde
vrucht, volzap, met cen, of mecrlangwerpig
rond za.idbevruchtFig.E.CCCLXXVII.
Van dit (lag, by aldien het ululi uyt het Colten
de byzonJere zoort te ontbieden, komt
voor de Hoger Ooßerße Barberis, met eene
zeer fmakelyte zjuarte vrncbt. Journ. CoroU.
bl. 41. OndertulTchcn blyvcn wy onzeker ,
cn als in doornachtige kieupelboffchen verward
, nlet wctcnde, wat wy kiezen zullen.
Voor de witte Doorn, AixAeMiCpelis, körnen
op de fcherpe doornen, die puntigzyn,
harder dan het hout zelvc, van dewelke eene
door het Vergrootglas vermeerderd aan-
I toond de Figuur F. CCCLXXVI I . de naam
by de Goritienfers van Barazzobianco, welker
cerile woordgreep met het Barkanim overeenkomt.
Vcor de •Pyraamtba ilryden
de lange en körte fcherpe punten, en wat zo
by aldien dit woord zelve afliamde van Barkanim?
Dit zoude ik my waarlykwysmaken,
ten zy het woord Pyracantha een woord was
vangeen twyffelachtigen zin, te zamen gefield
van Tur en Akantha, vttur en Doorn.
Voor de Berberís de dreigende doornen ,
eene, twee, of drie ten mceílen deele uyt
een zelve punt uytileekcnde, nietalleenñeekcnde,
maar ook fnydende, alderbckwaamile
ftraffen van Gideon uytgevonden. De
eerlle Woordgreep te gelyk aan de cerile
kanim vermaagßhapt , cn de laatfte in hec
woord Amyrbar, waar door de Arabiercn deze
doornachtige flruyk bctekcnen.
Recht: VIII. vers r6.
Ende 't ¡lemchte der goudene voorhooft-cierzelen die hy begeert ¡jddde , was duiand
ende %rum honderd ßkelen gmds, mnder ck mMniens, ende Jfenen, ende turfere
federen , die de Köningen der Midi*niten aan gehnd hadden, ende Kimder eie
halsbanden ; die aan de balzen barer kemelen geweeft waren.
Deze 1700. Sikelen gouds bcdragen 810. , aan Gout van ecu Geneesmeeftcrs pond : beoncen,
j. dragmen, een fcrupcl, 10 grein ~ houdens raisrekcning.
Na volgi àe ßraf de zonde en haar ver der ff hk kwaad,
Rebellen^ U'agt nu vrj in n-s) benaan-jidenßaat,
Voeldnu de V>OOKi^'t.-ßageni
Gy hebt deez, fmart verdiend, door um vermetenbeid,
Cy bebt de grondßag zelf van deze ßraf geleid,
IVilt HU de fmart verdragenl
Het
TAB, CCCI.XXVIII
ITIJI Cap rx. V 8 IS
lotiiariii Aiioio^iis öi^t'tfminii vèì'l^i'nnii'c ¿.^c'Jíiü; = ^íi-^c
i'- -
il' i':