N A T U U R K U N D E.
punt van zyne doornen , door wreede begeerte
om le Heerlchen, door itrengheid,
fchrik, of andere kwade zo raadlkgen, als
konflenaryen , de onderdanen verichcurd ,
maar ook door het medeweetenderfcliendaden
zieh zelven üeekc, en eindelyk, gelyk
onze Abimelech, jammerlyk omkomc, een
fchrik voor allen, van allen gehaat: zeerzelden
een oud man, Velgens dau zeggcn van
Ihales. Gevraagd zynde, vjat hy moeijelyks
geziert had ? Een Dix'ïngclanà , gaf hy tcn
- antwoord, dai een oud Man was. Maar de
Vrage is, wat dac /Itad voor ecnen Boomof
Struyk zy? Rbammon hebben de LXX. en
de (.¡erneue Lai^nfibe ^ welk woordmede onze
r.indverklaringen hebben, doch in den Text
*Dumum, în de Moedertaal2)i7or»èô/£-é, met
een woord alle; doornachtige Struyk-gewasfchen
gemeen. Maar daar is geen twyffel,
of door dit woord ^tad wordbetekendeene
zoort van Struykgewafch, of hoog opklimmende,
of eene zoort.van een Boom, onder
welkers fcliaduwe menfchen zouden kunnen
zitten. A an Htllerus Hierophjt. L bl. 477.
behaagd Cynoshatos, en van ÄiÄWWiiwfchrikt
hem af de uytfpruytende gedaante van het
zelve. Doch hy merkt nietaan, dat C>»pj--
dezelve zwarigheden heeft, het zy hy
eene -iZ-ilde Rooze verilaat, welke in plaats
van Cymsbatos van 'Dtofcorides hebben Loriicerus,
Brmfelfius, Cor dus , die van Lions,
of die Oï:yacantha, oi àt ivilde dournachtige
6 0 3
Mifpel van Apium C- B. die Tragus en Lonicerus
nemcn voor het Cynoshatos v^nTheophraßus.
¡-iaitbarides de Arabier hcthhidasial
hvfagi. bmten van Lycos. Het alderveiligfle
/ullen wy gaan, als wy blyven by de
Rbamimy de 'Dooru, welke ook by de Ara-
Hanfegi, by de Tripoleezen Hai/Jeif,
ja bv anderen Afrikanen j^tadis. Wyverkiezen
Talnirus Dod. pcmpt. is^. welke is
geduorn met ccn byna rond bLad, ingcdrongen
uruchr. C. B. 'T>"orn of doornachtig heeftergewafch,
met een hlad uan borflbezicn. I. B.
en beliaagc raeer doornachtig Oenoflia C. B.
pin 477. of Nabca heefiergewafch van /^the'
nansy ^Jlj'in. Egipt.Tiant.hV 16. Een Boom
van groote als de Lotos, van groote als de
Acacia dragende bladeren naail by de boritbezien
boom körnende, nochtans breeder,
en de bloemen ten eenemaal gelyk de bloemen
van de borÜbezien, witteen kleine, uyc
dewelke uytbreeken ronde appeltjes, welriekende,
zoet, en zeer aangenaam van fraaak,
zeer nabv körnende by de grootÜe KeriTen.
F.giiur D. Print CCCLXXIX. Aan dit gevoelen
zer gewicht by , dat Jerapio dezen
dezen Boom Sadar noemd. en tweezoorten
vandenzelvenmaakc, JffriGx\Adhal, welke
woorden aan hei onze Atad verwand zyn.
Op den kant kanmeii zien de Merktek'enen
van de 'Faliurus zelve Figuur E. op het zelfde
Printblad. Doch de 'PaLiurus zelve in de
Figuur h. van het aangetrokke Printblad,
Rechter. XIII. vers 4. 14.
Zoo wacht » doch n», ende en drinkt geenen ^yn^ wehte ßercken drank,: ende en
eet niet onreyns.
Zy en met eeten Dan iets, dat Dan den wjnßok^ des wyni Doorl^omt: ende <ii>yn
noch ßercken drank en X^l zy niet drinkeny nochte ieti onreins eeten. ZicNura.
VI. 4.
P R I N T B L A D E N CCCLXXX. CCLXXXI.
^koo ging Sing Simfon met zjnen vader ende zynen moeder henen afnaalhimnath;
als z j ni* k3>^amen tot aan de wyngaarden van 'Ihimnath j ^iedaar eenjonge Leemv^
brfiilende hem te gemoet.
X)oe merd de Geeß de^ HEEREN Daardig over hem, dat hyhemDaneenfcheur'
de, gelyk^en een hokjken Dan eenfchemt, ende daar en was niets in zyneband,
Ende na zsimmige dagen h ^sder om haar te nemen ^ Doe mek, hy af^ om
het aes des leeuwen te bezjen: ende ^iet, een hyen-zwerm was in het Itchaam des
teemeny methomnch. Rechter. XIV. vers 5 , 0 , 8.
De wonderbdre kragt aan S IMSON toegeleid,
'Door den voLmaakten -JL-U der grootfte AUjefleit,
Komt zig hier voor het eerße, en fchielyk te openbaaretim
Een jonge en feile LEKUW, met o}>geßeke haeren,
Komt brüllende op hem aan, daar deze jonge keld
De ¡Vyngaard-iergen ziet van THIMNATH: zyn ge'joeld
1 w m