5Z2 G E E S T E L Y K E
JVtf de oorlogs donder hdd Darius weg ¿
'Die V léven met zyn ryk op e'enen tyd verlief.
Vorft P T O L OME L I S komt hier ook in ßeen te vören
Met zyne Gemalin, te zaatn by een gepaard;
Het M Y T I L E K, N S E volk is hier ook ¡daats befch'oren,
'Dewyl zyn ü b. L D M U N T door de aloudheid is vermaard.
<Daar ziet men j U P I T E K. -^eér mct ä^« H O O fcLN E N f renken ;
Qints L Y S I M A C B U S mct de -Diadeem orn 't Imjdt
'Deze overblyfzels beelt de aloudheid ous gefchouhn,
Hoe "vecl ""er door den tyd der jdrcn zyn geroofd.
Manr hoe! "wnt bruißen laat zig hier van ver re h'orcnì
Het water raafd, en is gants n-it van V zwalpeud fchuim^
Ve zc-kinkhoren bruld, en jcbaterd door myne ooren ;
De paar den ••jDäden door het ongemete mint :
NF, P T H U N E S kmt zig op zyn Jchulpkaros vertonen t
Zyn paar den brieten op den rnimen oceäan;
Ceängte Zévoogd rsìil myn zwakke kiel verfchonen^
Indien ih al te [ìout hier ben in ze gegaan.
J^-ìaar hoe ! Zìi ik geloof aan val(fe Coden géven ?
ó Neen! ik keer te r?/^, en volg 't geen GOD gebìed^
iJy 'li'il dat }fien alleen zal tot zyn glorie léven
iryl alles door ^YN 'ÌSL'ÌI en hoog gezag gefchied.
Al hier., terwyl alle Afgodery word verboden,
verdiene! dii byzonder lyk te worden
onderzocht, w-,it'ev moet verihan worden
door Vijjchen in V n-ater onder de aar de,
daar hcc btkend is, dat dlt zoortvan Beeiten
in cn onder de Wateren, en nict onder de
Aarde ieven. Of miilchien ontgravene, die
niet 20 zeer, alszommigen droomen, in de
kloven der Klippen levcn zonder Lucht en
W a t e r , als wel in onderaardlche waterplaatz
e n , aan welker beÜaan niemant twyffelt? of
die uytgegravene Steene Viilchen, veel eèr
lyken'van Vilìchen, uytdie nootfchikkclykc
Zondvloeds Overllrooming overgebleven ,
welker K/achten cn verdedingen ik aan het
geinecn vcrtoond hebbe ? want de zotiieid
van den afgodcndienlt der Heidenen konde
gemakkelyk zo hoog ftcigeren . dat zy deze
Villciicn ende levende ende doode, begravene,
of om ecne zondcrlinge zcldzaamheid
vergoodde ; gelyk inderdaad die 'Jupiter
Hnrnmon an voorbeeld oplevert, weii%cn de
Afrikancn hoorncn hcbbcn tocgedicht, tcn
. eenemaal gclyk ann de Schulp-viilchen , of
Slekken, dt-welkc onder den naam van /Im
?no'!s Hoornen zo in Ravifcit Kamers van
Hoorn-gewaHchcn als in de Zondvloedige
• Ocf fenkarners doorgaans te koopf ìaai i , ja van
den b-tecn , dcvveike bunten cwyffcl aan dien
Jupiter de hoornen iiceÌt gegeven, by w/ens
Tempri., v.\n Jupiter Hammon ) l'en ßeen
het ì'^cd'ie ''jxis. Völlens Solnns 'i-'olyhtß.
Hoofdll:. 2'' welke Hoornen \i\x\J'ipiicriox.
dellelfs zoonen zyn ovcrgcgaan j want met
dezcn naam zitn u y opde Gedcnkpentiingcn
hyfimachns cn /llcxander gchoorent zieh verhovaardiaen.
Hoezeer ock dezeLyilegging
gene fchynhaarheid onibreekt, zo gcve ik
myne toelk mming aan die Verkiaarders, dewelke
alhier vcrilaan alle zoori van Viflchen,
en andere Dieren , dewelke in de watei
zieh onthouden, derhalven ook van die í
gravene Viflchen, de w e l k e onder de J/ir
dat is , de laagile Geztchteinder der Aart
ook in de onderaardfche waterplaatszen,
vooren vermeid, leven -, of ook in ad!
Sirandhollen, waar in vvy zlen dat de K
pers, cn Palingen zieh vermaken.
De Figuur A. vertoond het beelt vati
gehoornde Aangezicht van den Griekfctfi
Jupiter Hammon uyt Achilles Statins Dt
luchtige Mannen, n. 47.
De Figuur B Ken andere üuk Man
miilchien van een uyt de Ptolomecn, en
van de Cyrenaifche Koningen, hethoofdi
d e geiT:aiinne gepaart. Lyt Spanheiw
de Voortreffelykheid der 'Penningkunde,
Verband, bl. 363.
D e Figuur C. is eene Penning van de
woonders van Mytilene op het eiland I
bos, op welker eenezyde het hoofd van.
piter Ammon , op de averechtfe zyde
zinnebeeld van de eendracbtengemeenfc
mct de Pcrgajcn. dezelve bl. 350.
De Figuur i">. Hcc Hoofd van
den Grooten mct een afgetrokke beellelw
b e d e k t , met een (.)lifants önuyt verde'
• en een Hoovn als van cen Ram , by ali
I dit nict van den Stccn boven genield, «Is'
I Jupi ter Mammon zeU, is gcnomcn. Op
j andere zyde -¡'alias in de reclitehand
I werpfpics , in de linker cen Scbilt , ann
zydc de Hcini cn de Areni; ter gedadiif^
van de ovcrwinning over Poms.
7bef. bl. 241.
De Figuur E. Het Hoofd van Lyßn^
getulband en gehoornd , op de andere^
eene gcwapende Minerva , met een Öi^
winning-beeldje in de band , benedcn'
Doliyn in een Drietant bcwikkelt. OW/-
Í)RUT. Cap. IV. V. Il). Y. ^íuch ß.^'. IV. r . 19.^'
p,^^ ^^ J
i l i