llíHIlllf
5 6 0 G E E S T
geteeld , lalryk zenuwzap ; alle de buysjes
worden vol g epropt , de Zenuwen gefpaimcn,
het laad is weeldrig, alle dingen worden tot
beweegingen opgewekt. Maar de Vettigheid
overvloeijende worden de Dieren luy en traag,
zo de bloedvoerende vatcn te leer gedrukt
zynde , als de fnaarpeezen. De toepalling
van deie Natuurkundige cn Spvcekwyze en
verklaring is op het leven van den Menfcli,
TTiisformig van de Hede. Getuygeis, helaasl
de dagdykfche ondervinding enlcvens-wyze.
E L Y K E
Op deze redeneering ííeúnd diebelofteenbe- •
dreiging Ezech XXXIV. 16. Het -verlorene
zal tk z-oeken, ende het 'juechgedrevene zalik
wederbrengen, ende het gebrokene zal ik ver~
binden, ende het kranke zal ik flerken, maar
het vette ende het ßerke zal ik verdeigen, Jk
zalze vjeyden met oordeel. Pfalm LXXVIIL
ji. /Hs GOTiS toorn tegen ben ofging^ dat
by van bare vetße doodde, ende deuytgeleze'
ne Jfraels neder veläe.
P R I N T B L A D CCCLX.
Vitgeleen ytllen yijn-vm honger,
•^gegeten van den , -
mlleit onder hen fcbi^kfnj metvjerigfenjnvan
derf: ende ik îsîÎ de unden der
' Slaugen des ßofs.
Haar wjn is vyerig Dmhen-fenyn : ende een meed addenn vergtjt.
• vers 24.. 33
Deut: XXXVII.
•De firaf, 'Mrheeri gedreigt, 'Med mt of Janbs zaad,
Een bitfre 'JammerUagt laat nig i ) ieder hertn. ^
Het •xoord 1-m acb.' en we', febynt door de lugt te bat
d Ipallien, 'J)aar vine gy nu hulf en rand?
Het wreed geàterte ¡nord, dl bieiiende, in deez'ßdat
Rontom «w leden heen, om 't lévens ligt te fmoren,
•Deez.' flaatß Z)n angel om tot in het hart te Uren
Hiar de anüren in het vlees zyn vuurge tanden pat.
Till -csin-jsordzelfvergift, door'tgifdervmir'geSLMiGi.ti,
't Geén ü al zugtende doet naar de dood verlangen :
•Bog dize firaj voegd veel of tiw vernielenheid.
Hit lere u om altoos naar GOOS bevel te hiren,
Die zo genadig u heeft tot zyn volk yerkdren,
En overal gedekt met zyne Majeßeit.
EEn ieder en weet en begrypt geniakkelyk,
dat de Menfclien door Honger (íjkomtnm,
mager, verteerd worden, geiykde
LXX. hcbben vers zy verliezcngeduung
• meér, dan zy aanneemcn, en datzelfde, dat
zy het lichaam ten voedzel geven, is onbekwaam
om het licliaam te voeden. t.n wat
wonder is het, bv aldien deMenfehvancene
rykelyke levcnswyze, van voedzame tn wel
gekookte fpyzen, van een goed zap cn gemaklielyke
vertecringet nedervalt lot ongckooktc
en onvOL'd/.ame, raauwe , ongewoone ,
van een kwaad zap , van eene moeiielyke
verteeringe, met onze Naluur niet overeenkomende,
wat wonder, zegge ik, byaUben
d e uyterlyke geftaltevervalt, het vleeiehvcrteert
word, de Menfch eenlevendiggeraamteverbeeld?
Door Ktfchtfh, brmdmde ziált verflaat Lt
Clmij gevoeglyk den Karbmkd, eenGezwcl
van de alderbrandenftc, of ook eene '¡'t¡l-
Biijlt, om dat 'er aanilonds volgd , verteert
te zullen worden van een hilter yeräerf. Nu
is 'er niets bitterder dan de Peil, niets woedender.
Door den naam van Eehemoth, welker b^'-
zonderder belckenis over het Boek van Job
zal verklaard worden. verllaan wy wilde Viervoetige
Beeilen. dewelke met de tanden, al
wathenvoorkomt, verfcheuren.
Zochak aphar zyn in de eige betekeniHe
beeilen in het Hof deraardevoortkruypende;
door welke dieinkundige fpreekmanier verllaan
worden de SUns.in, van welker fenyn
verfeheiden onderfcheidene vailllellingen voeden.
Van de Thannimrn, Draken, zult gy doorgaans
vele zakcn inde HeilligcBoekbladeren
leezen, ookbydeongewydeSehryvers.doch
by deze vele onzekere, ja verdichte, üin
van welke zaak nu breeder te handelen noch
plaats genoeg is, noch tyd. Het alderzekcr
S
- !
ill;-^'
''Ii
I, I
. i ' h -
A
i' -