Í3..¡i
N A T U U R K
eenen Arenà: en den Arend 7,elvcn Jeidcn
de meefte Griekcn af ation afo tou aifcin,
met geweld gedreven worden, criftig op lets
jtedervallen, anderen v^^ajit, dut ook zelf
afitomt van heit, o^ ìets aanvliegen , ueder-
Jìorten. Hier van daan is her. dal in dcn
Text, enelders de fnelheid en de geweldige
invai van die gene, dietenibydelopen, vergeleken
worden by Arenden, en die dewclke
op den roof aanvliegen. De Grieken hebben
hier hoojei hormeyma aetou. t n Hiad. <p'.
ver s 2 J 2 word /Ich 'tUes, op de Trujanen inllootcnde,
van Homerusbefclireven. aietouo'mat'
echooH, hebbende de driftigheden eens Arends.
Wanc Ornata xyn by den Uytlegger hormey-
U N D E. 553
mata. Hier van daan is her, dar Saulcnjovaiban
alderHrydhaarfle mannen van David
gcnaamt worden Lichter dan /¡renden 2.Sam:
I. 23. van de Kaldeeuwen v.egt Jeremias Kap.
IV. 13. dat derzciver paerden fnellerzyn^äu.
/!> enden. Dezelven van derzelver Koning
XLVllI. 40. Ziet, by zal/nel viicgenalseert
AreTtd: ende hy zal zynevleugelen over Moah
iiythreyden. X LIX. 2 2. Zier hy zal op kamen ende
fvel vliegen als een Arend, ende zyne vleuge-'
leu over Bozra mtbreyden. Klaaglicd. IV. 19.
Onze vervolgers z\a ßteller geweeß, dan de
/¡renden des Hemels. Bocbari Hierozoic. II.
Deel, II. Beek. 2 Kap.
P R I N T B L A D CCCLV.
Dat onder ulieäen viet en ^y ^en man, ofie 'vroHwe, ofte hmgeiiin, ofteßam, dif
^yn berte heden wende 'van den HEERE on^en GOD, om te gaan dienenden
Coden dexsY volcken : dat onder alieden met en een mrtel, die galle en alffem
drage. Deut. XXIX. vers 18.
Óí ^fgodery, dat wangt
V Eerß litt den afgrond voortg, ^
IV^ord '•jueér het volk op nieuw ver ¿/¿den y
Het moet, nog mag geen and're Coden
Erkennen, dan dien G O D alleen,
'Die het door zo veel wonderbeSn
De Egyptfe ßdverny ontrukte,
En Tharc's oorlogs-heir verdriikte.
EH ßnören deed in 't Róde-Meìr,
Noi voorts .geùied het de Opper-Heer,
'Dat zy nog G A L , nog ALZI iM-bTRUIKEN
JU het gezegcná ¡and gebruikeu,
Ja dat die niet te vinden zjytt,
Ten teken hoe zy vry van pyn,
En zorg 'i beloofde Land bex&önen ,
T>aar ßhoonder vrugten zig vertonen y
JFant alles 'n.'at tot onderhouwd
De Sterv'ling voor het 00g befchoii'xdy
Ziet men danr ryk en wélig bloeijen,
En tot etn vollen waxdom groeijen:
fVeg dan met d\llz£m, en de Gal, die GOD verbied,
T>aar volk een overvloed van alles voor hem ziet.
ÌN de H. Bladeren wordveelmaalsG/zZ/iby
alfern gevoegd. Jcrcm.lX. i^.XXXl l l 15-
Ziet ^ ik zal dit Volk fpyzcnmet alß-m, enik
zalze drenken met galle -water. Klaaglicd. III.
M- Hy heejr my rnet bit ter heden verzaäigt,
hy heeft my met aliem dronkengemaakt. Amos.
VI. j 2. Qylieden hebt het recht in galle verheert,
ende de vracht dergerechtigheidin alßm.
^ct is bckend in de Schoden der Geneesheexen,
dat Galle dac t'Ocht is ten alderedellien gebruyke
toegewyd, Al/em een zeer voortreffclyk
Kruvd, voornamentlyk aan de Mage
dienilig. Maar echter niec te min leeraard
ons cn die zamenvoegitig, en in deaangehaalde
piaatzcn de ondcrgclielde flotìe, dat
ook Galle en AHem genomen word vnorhet
Zinnebeeld van Verdrukking; van Valfche
Lecre ; van Ongerechtigheid. De grond der
Zinipecling legi opgefloien in de bittcrheid
onaangenaam aan den fmaak, en deze zelve
in de afiUmming van het woord lagnahah, hec
welk aljem betekend, het zy men het zelve
Bbbbbb allcid