li:' ;
¥
ilíl
v/'l
i II
576 G E E S T
dusdanìge nevelen lommige hebben getracht
t e bezwalken.
W y vervolgen den draadvan den wonderbaren
doorrocht, vvaai" van vvy mi fprecken:
d e A r k e , ftond, terwyl dezeduurde, rondoni
omheind met bare Frieilersopdemidden
b o e z e m , itcevail op hct drooge, van de lordane
als een voormiiur tcgen de Jordaan-wat
e r en opgericht llaande gslyk als een mour.
T)e Tr 'tcjteri, die de Arke ites t/erbonds des
HE ER E N droegen , ¡knden ftee-vafle
hel drooge in hit middeti der Jordaue-, ende
gmtfch ¡frailgingoverof hetdraoge, namentl
y k in de tulTchenwydte van 2000. ellen beneden
de A r k e , tot dat al het Voltge-eindigt
hadde door de Jordaue te trekken. vs. 17. In
d c i e opiocht is de geihlte des Lcgers verand
e r d geweell, de cerile flagorde in de laatite
verwiirell:. Ende het gefehiedde, als al het
Volk ge-eindint hadde over te gaav: doe gi»g
de Arke des^HEEREN ov e r . Jof. IV. ri.
D e r h a l v e n blcevcn door liet wonderwerk de
W e t t e n der Natunre opgefchort, lordar het
gamiche Heyrlegerivas doorgcgaan, in den
b o e z em wedergckeert de Arke daar uyt gèd
r a g e n z y n d e . Ende hel ge/chiedde, doe de
'FrieJìersj die de ArkedesVerbondsdes HEEE
L Y K E
REN drúegen, uit het mtdáen áer Jordane
opgeklonmen ts;aren , ende de voerzoleu der
'Priefteren afgetrokken waren tot op het droo.
ge: zoo keerdeu de materen der Joordan zucder
in haréplaatze., endegmgen alsgifteren ende
eergifleren aan alie haré oevers. Jof. IV. i8.
D e d r o o m e n d e j o d e n verfierenhiereennieuw
W o n d e r w e r k : De Priellers ílonden , volgcns
henlieden, met de Arke op deze zyde
van de Kille; de Wateren waren wedergekeert
tot de oude geOalte, na dat hec ganei
c h e Leger over was geirokken : de rivier
f c h e i d d e de Priellers van het V o l k ; toen lieeft
d e Ai ktí de planten der voeten van de Prieilers
afgetrokken, en hecft haré dragers ged
r a g e n , en dezelve over de Wateren overgcd
v a g e n ; dusisdeArke met de Pricfters te
g e l y k over gezwommcn. Zoo heeft Rafchi
o p vers 18. Scbmuel Laniado in Cíe chemda
b! 172. Ce/.3. Re/chith Cochmahl 10^. Men
leeze meerdev by Andreas Hermatin, Muntcr
van Or terod in het Hanover fche in zyne 'í'uiiflrede
over den •'Doorgang áer Jjra'éliten door de
Jordave]oí 111 if. x f . onder het\'oor2¡iterfchap
van Jo. Gcorg. Abicbt van L e ipz i c h "jii,
in 4. m e t Brandenburgfihe Letteren.
Schep mned, 0 Jfr nel! GOD zal uw klagt ver hó reu,
IVecrßad de pyn, en '^-ees voor génen ramp bedugt ;
Ik zte reeds hoe 't gevaar van tiwe teilten vlugt,
Daar gy in viybeid leejt^ gelyk G O D S uitverkdren.
*Denk dat dit V teketi is van het geflaafd verband,
Het geen aan Abraham cn Mofes, door GODS mond
Zo vaß beloojt is y om tot ifw geluk te ßrekken.
ü^enk om het land, dat gy voortaan he'jodnen zult,
Ly ! ly iiw rampen dan ootmoedig, niet geäuld !
't Zal namaals wj} gcmocd to'? gróter vreugd verwekken.
IN de genoegzaammoeijelykeRciscochtvan
40. jaren door de Woeflenyen hadden de
I f r a c l i t e n , door ontelbare en dagelykfche
w o n d e r d a d e n , overtuygd kunnen zyn gew
e e ü wegens het nakoinea van het goddelyk
V c i b o n d met hunne Voor vade r c n aangegaan ;
derhalvcn was ook geduurende al dien tyd
nagelaten het gewoone teken des VerbondS)
d e ßefnydenis , welke onder zo vele ongemakkcn
van de opiocht geen plaats had kunnen
heb-
P R I N T B L A D CCCLXVIIL
% dier tyd /pra^de BEERB tot Jofm; Maakt « fleenm mejßn , endf hefnyd
wederom de hinderen Ifra'eís ten tweeden male,
Voe maakte ^ch ^ofua ßeene meffen, ende befneed de hinderen Ifraels op den heu'vel
der ^oorhuyden. Jof. V . vers 2. 3.
IVat ndre rowiuklagt word hier op een nieuiv herbaren^
Daar V mannelyk geflagt erbarm'lyk kerrnd, en zugt!
Een droeve treur-toon ßaat alorn de dünne lugt.
Ach! de B E S N Y D E N I S is op een nieuw ¿
IOS- Crtl). V. V. 2. 3.
C i r c t u u c i s i o G/ii-i^alitica.
^ « c í ; C-tt^'. V s.
M. Jyr^fculf.--