G E E S T E
BOven Gen.XLIX.9. heefi uyt de Aartsvaders,
de ftervendejakobvoovzcglvan
den eerllen Stamme Juda, dewelke de eerile
gellaan heeft in ilagorder, deeevfte den oorl
o g gevoerd heett tegen de Kanaämteti de
Veldheer Jofua gellorven lyndeaanhet Volk
den eerlien Verloller Othniel gegeven, heeft,
naderhand het Koninklyk geflacht, eneindel
y k aan het ganfche Menfchelyk gedacht den
Meilias. "Juda is een Leev^enwlf, gby zyt
IJ den roef ofgeklommen, myn zolin; by legt
L Y K E
top Scnin endeHermons,
leewjDinven, van de bergen der Luyfaarden,
H o g e l . l V . 8 . Theocritus Idyll. 1.
Ook heeft de Leeuzv uyt het IFoud hem /(er.
'venäen
Uyt dcze op bergen gelegene boiTchen daleil
de Leeuwen neder in de vlaktens, roof lullende
jagen, met devvelke zy vcrzadigc zynde
opßaa» en zicli opnchten, of zieh naar hunne
zieh neder als een Leeu^, 'en als een oude \ fpclonkcn begeven, Hier van daan komen
Leetrji: •Tuk zsl hem doenofßam? Nuword
byna dezelve Voorzegging het gehele Volk
Tan I/rail toegepall, met fpreekwyzen ge-
•grond op den eigen aavd des Leenws, van
welken bckend is, uyt de H. Wetboeken
'cricheidene ßynamcn van ditBeeñ/i?pi?am.
ßtrofhos, em Lemw Of de hrgmgevoed, Hi.
mir. UM. li. m crafui oompbagos Iis, v/tejcb.
•vrettmde Lemw op de hergeri. Theachl. ld)H.
eoreslimkaina, bergachtige Leeuwin. 0¡
ongewyde Schryvers, ondervindmg, dat hy /// ^ 'ÍS^Üj^T^'^nllr f Z R^ü
v<m alle de Üieren de edelmoedlgUe, alderiberkfte,
aidereedelÜe is, ondcr dezelve met
den Koninklyken Tycel bevoorrecht. i f a t is
'er jierker dan een J.eenw? zeggen, vragen,
en antwoorden de Thimnathiteniegelykaan
Simfon Rccht. -MV. iS. De oude Leeuzvge-
•¡¿leidig onder degedicrten; die voor niemaut
en zal -ji-ederkeeren Spreuk XXX. io. zyn
de woorden van den aidcrwyltfn der Koningen.
Hierom is hy van Jwio onder de ge-
Iterntens geplaatlt geweeit by Aratus, noch
onda- de XII. Tekenen van denZonncwegh
ziehtbaar. En de oude Leeuw waar van nu
gehandelt word, draagt dennaamby Äilian.
Var. Hiß. XII. Boek, 39. HooiàiX.alkimootaton
te kat dusmachootaion theyriou: hetaldertterkfle
en byna alderonoverwinnelykfte vvilt
Dier. Doorgaans zal 'er van deze, of die,
het zy ofdeugden ofeigenfehappcngevoegcl
y k e gelegenheid, om van te Ipreeken, gegeven
worden.
Het is d i enl l i g , ter verklaring van denText ,
te weeten, dat de Leeuwen op de bergen cn
in dedichtileboirchenzichomhouden. Myne
e r f e n i p is my ge'A-orden als een Leewjs in
den woude, jerm: XU 8. By my van den Libanon
a f , o ßruidy komt ¿v my van den Libanon
a f s ziet van den top van Ar/iana ^ van den
Inpende op de bergen. Konn: Diomf: V.Boek.
Daarcnboven moetmen aanmerken, dat in de
huysgczinnen der roofgierige Dieren, de wyfjes
doorgaans Herker en wreeder zyn als de
mannetjes, als dewelkc nietalleenvoorzich,
maar ook voor dcjongendekoltzoeken. 2o
hier de Leeuwin. l^a» de Dierenis de Leeusin
hei äidervwnrgßeen aläerßoutße. Berod. HI, Boek
kap. 108. (Jetlius. Hier van daan is het , dat
SeMircirnis niel z o zeer gewoon is g ewe e i l roem
te dragen over het ombrengen van een Leeuw
o f L u i p a a r t , als wel vaneeneLeeuwinne,by
JElianns Ferfcheid. Hiß. XII. Boek , 39. kap.
En in de H.Schriften word doorgaans van de
Ücrkte des Leeuws raelding gomaakt. Het en
zal zieh riiet nedcrhggm tot dat 't den roof gegetm,
ende het bheäderverßagcnengedronkenzd
hehben. Eene fpreekmanierderOolierlanders,
waar door de Profeet voorzegt de overwinnlngen
van '¡vzua op de Kanaaniten behaald,
waariyk in allen deelen voHlagen: zo dat niet
te verlhan zy de wreedheid der Scythen, ja
de rneelle Ooilerfche Volkerengemeen. Dus
zingt de Koninklyke Ffalmiit Pf. LVIII. 11.
De rcchtveerdige zal zieh verblyden. als hy dt
izrake aanfchowjit : hy zal zyne voeien ijvaßchea
in het bloed des godloozen,
P R I N T B L A D E N CCCXVII. CCCVIII.
Hoegoedt K^» uwe tenten Jacob ! mve motiingen Ifraä.
Gelyk ^^ hrejäen zy haar uyt, als de hoven aan de ri'vieren'. de H E E R B
heeft^e geplant als de Sandelboomen ¡ als de Cederboomen aan het Water. Num.
XXIV. vers 5, 6.
Hoe heilryk zyn^ ó Jacobs zaad!
Vw wóningen-, door G O D gegéven^
'Daar gy in veiligheid znlt léven,
Zo Lang gy luiflerd naar zyn raadì
'Daar zuLt gy als de Cederbdmen
En SANDELSTAMMEN aan devlìet,
Dk
TAB. c c c x v a .
NfAl-RK . Crtp. XXXV. V.
A l o e «d Aij^iirts,
1 li Fùits. rculp