N A T U U R
in het Paradys, gelvk ook dat Hout , door
welkers middcl Mozes de bittere watercn
zoet heeft gcmaakt, of dat, aan het welkhy
de Kopere Slang heeft opgehangen. Grooter
ffeloot, dan de andere befneedene Leeraars,
?erdiend Jofefus. Deze in het /K ßcet der
Jouäftk Ouibtden , kaf. +. heeft met uytgedrukte
woorden vafl; geftelt, dat het een Amandelboom
is geweeft: A de Uis ^mormbkftmtstekaiklüdmsamfhmtas,
eeorori, kmkarpen
mraisn , Amugäah if tyn, ek tun tmitoa xidou
teys bakteyna! Kamkellas tameys. Ook is het
noodwendig, daf het een Amandelboom is geweeft,
dewelke Araandelen, volgens de getuigenis
van den Text , heeft gediagen , ten
zy wy ook hier eennieuw VVonderwerkzouden
willen vall ftellen.
Ook moet dit by de VVonderwerken gerekend
worden . dat deze Jaromftheroedevds
eeuwen lang grocn , bloeijeade, vruchtdragende,
enverfchisgebleeven, hetwelk/ii».
kiißs, Bonfrm, Cor«, a Lupiär, Fmdliib Ca-
¡ovitts, cn anderen willen. Ten minften isdit
zeker, dat deze roede heeft moecenter eeuwiger
getuygenis van de uytgevoerde zaak bewaard
worden vs. lo. Doe ztiäe di HEERE.
K U N D E . 50 1
tot Mojes: bwigt dm Staf Aitrons zved^r voor
degeiuygenijje, in Uwarivgt^ lot ten lekenvoor
de wederfpanntge kmdmn : alzoo ziilt ¿y een
eit/de mähen van hare muur.ürmtngm teo^en my^
dat zy »iet en ßerven. vs 11. Ende Mofes dede
het: gelyk als de HEERE hm gehodcn hadde^
alzoo deeä hy. Doch of dczelve bevvaard zy
gewcell in het Heillige derHcilligcnbuyren,
ofbenevens de Bondkill, of weggeleid binnen
in de Arlie, laat ik aan anderen te oordeelen
over. Het laatlle fcbynt le beveftigen
Hebr. IX. In welke Arke des Verbonds, 'was
degouden knqcke, daar hct Manna i» , ende dt
Sta\ Aaroi>i\ die geRoeyd hadde, ende de Tafelen
des l'erbonds. Insgeiyksis het ecns anders , niet
myn werk, de affchaduuvvende uyilegging van
deie Amandel-dragende ilaf,ook zal ik hen deze
eere niet henydcn,de\velke voorvvenden dat
deze liaf met eene K ruyke vol Manna, bewaard
Word te Romen in de Laceraanfche Kerk, of te
Parys, of teSint Salvador in Spanje, of te
Bordeaux in de Kerle van den H. Sevcrinus.
A. De Amandelboom.
B. De Storax, Insgelyks Joodfche Muntpenningen
eene Kruyke met Manna en deze
bloeijende Staf op haare wyze vertoonende.
P R I N T B L A D CGCX.
Sp-eeli^ tot de hinderen Ifraels, dat ^ tot u brengen eene roode 'volkpmene veer^»
in dewelke geen gebrek. en demlke gern jock^gekomen zy. Nuiner. XIX.
vers. 2.
De RODE KOE in'orä ultgekid,
Men zal haar biiiten V leger ßagten ;
Moet Ifrael op V naauwjt betragten ^
Wyl aC zyn keil hier in beßaat.
Ga heen, volbreng dan G O D S
Velg zyn beßuit^ en wil^ en raad.
In 't uitgekoorne beeß te äoden,
Hier hebben wy Tarah, het vrouwelyk
van 'Tar, eene Koe noch volkome, teleiosy
welke het jok nimmer ondergaanheeit.
Zoodanig eene beloofd l^iomedes dat hy aan
Tallas zal opofFeren. Homer. 11. k'.
Ik zal aan u ofofferen eenejarige veerze van
een
Breet voorhoofd^ en nooit door tarngemaakten
nek 't ondergebracht.
Deze Vferze nu moefte rood/jairig,la. volmaaktelyk
rood zyn, Temtma Ednma. Derhalven
Maimonides in de l^erhandelittg over de rode
Koe I Kap. 2. By aldien zy alleenlyk twee
mitte oC' • '
de heeß in het midden van de pla&ts nedergebogen,
oftuß'cben tzvce zvjeetgaten., taierdzy
voor onrein gehoitden, dat is, tot de Oberhände
onbekwaam. Zo ook Tlutarcbiis in Ißs van
de bygelovigheid der Egyptenaars, zy oßerden
roode Offen ^ zulks zonaau'wkeuriginacht
nemende, dat zo by aldicn een Os, aL'jjas het dat
hy maar een wit of z'vjurt hayr hadde, hy voor
niet Oberbaar zoudcgehoaden "jjorden. Bochart.
Hieroz. I. Deel lI.Boek, kap.z/enig. Derhalven
is de verwe van her lieeil dat opgeoffert
mochc worden by den Egyptenaren en
Ifraeliten dezelve, maar niet de kunne, gemerkt
gene het maunetje, deze het wyfje verkoren.
Mmmmm P R I N T -