.1.1 -li,!
^ i l ' ' / l i
Si.J-ií'l
6 1 2 G E E S T E L Y K E
i l :
j l ;
..'l.iifS
11 tril
'Iii-ii
M
il,.».;'
I f l : Ii 16:
D e Muyzen aanbelangende. dezelve zyn vvel
een ten eenemaal buy t eng ewoonWe rktuy g gew
e e i l , waar door de Filiileeuwen van GOD
moeiten geilrafi worden, nochtans is het zek
e r , datnuendan, byzonder in het Ooi lcn,
door dit zoort van Beeilen geheele Landfchappcn
worden verwocll. Ten geiuyge hebbcn
w y /¡nßoieks Hiß. W. Boek. n-Kap.cn/'//-
nius VIII. ßoek, ig- kap- feld de plage der
muyzen op onder debewyzen vanondergang
door verachte Gediertcns, door het voorbeeld
van Gyarum , eene der Cydaätfche E'.ilanden,
welker Inwoonders door de Muy z e n vcrjaagd
zyn. Insgelyks van de Inwoonders van
Jroas in het X . Boek, 6?. kap. van de AbderUmJiifimis
XV. ßoek 2. Kap. Van hetL.eger
van Sermachcrib door veldmuyicn op de
vlucht gedreeven. Berodoles II. Bock. Jofffus
Oudh. X. Hoek, i. kap. V'an eenige Volkeren
in halte, z^lmtm XII. Boek +1. k^ip.
Dtoä. Sicul. Roomjche Oudh. III. Boek. ja ook
de Egyptenaren by ilorns zip. I. Boe k 47. kap.
verbeelddcn de verwoeiling onder hetzinnetceken
van cene Muys. /Iphomsmoti deyloimtes,
mun zooraphoufm , epcidey pania eßhioon,
mntnn kat achroßoi. Die meer zakcn begceren
wilde, hy Iceze, bchalven Gochart, het
framje 'IraCiaat va» Godjnsd ¡{^ner over dt
Ratten, ee» fihaddyk en •¡¿•rcod volk onder de Mtiyzctj,
zvaarvanhet Eberß^'ald/che A'ieuwßaä ,
cm Sicedje in Middd-Brauüeni/itrgy in het begin
•van dez-e ecu 10 vp ec»e -vcr-wonder Ijke -ü-yze is virloßgrdi
orden. 169;^. in 4.
P R I N T B L A D C C C X C I .
h het niet van dage de Tariven-oog¡} ? Ik. ^aí tot den BE E R E roepn, ende hj
donder ende regen geven: zs^o 'weetet dan, ende ^let, dat mv kwaat groot is ,
dat gy -voor de oogen des HEEREN gedctan hebt, dat gy eenen K^ning voortt
Voe°Samuel den U B E R E aanriep, Kßo gav de B E E R E donder, ende regen
te dien dage : daarom vreesde al het volk, ^^sr den H E E R E cade Samuel.
I . S am:XI I . v e r s 1 7 , 18.
De gröte SAMUEL roe^t tot den Heer der Héren,
Vertrouwende zyn magt en wonderbnar beleid.,
Daar Jacobs nazaat lail een Koving doen regeren^
Die het beteugeld door den fiioer van ßraffigbeid.
De danne lugt wort zwart, met wölken overtögen ^
De DONDER brtdd en loeid door 't omgclegen land ;
Een zwdre REGEN toond het onbepaald vermögen
Van GQ'Di die 't gants Heel-Al regeerd aoor zyne band.
Het volk ic^ord door die daad tot fchrik en vrees gedréveUy
Het ßdderd voor het geen het voor zyn oogen z'iet,
Om G O D en S A M U E L z)ne eer en lof te géven,
Op dat het anderling de zoete ruß gcniet.
by ons vald, maar overvloedigeen geduurige
Stortregens, in icgendeel in de zomermaanden
ilandvailelyk genietende eene heldere
L u c h t , zo dat hét wat zeldzaams is in de maand
Julius, waar in zy het gezaaide verzameien,
regen le zien: nien.ant derhalven van de Ifraclicen,
dictcgcnwoordiggeweeÜzyn, zoude
het vallen van Uegcn kunncn hebben verwachten.
Hier by diend geftdt re worden
dat geen, het welk Hieronymus fchryft over
Amos IV. 7. Daar toe hebbetkookdenregenvan
ulieden gebeert, als Vr voch driemaanden-juaim^
( z o zegt G O D tcgcn het Vol k AmosIV.7.}
welke de fpade Hegrn gcnaamt word^ en noodzakelyk
is op het aldcrhoogße vnor de akkcrs l an Fakfiina,
en de doißige bon'>£Ìandcn : op dal met
wamieer het kruyd icgcn den Üogß zonäeopzwelltn,
en Tartze baren y wegens al i e groot e dtoo^te
IN onze FuropeefcheLandftreeken, en de
gehelegematigdeNoordfcheWeereidftreek
Word Donder cn Regen, ten tyde van den
O o g f t , noch onder verwonderlyke , noch
zeldzame zaken gerekend , jazelfszyndeOnweders
gevoegd by Donders , Blixems, Hagel
en Slagregens geduurende den gehelcn
loop van het Jaar nietgemeender, dan in den
Zomer. Wat moetmen dan denken van Samuels
aanfpraak tegen het Volk; Is het met
van dage de 7arwen-oogß? Ikzaltotden HEERE
roepen, ende hy zal donder ende regengeven;
te vergelyken met vers 16. Ookßelt nnuhier,
ende ziet diegroote zaken die de HEERE voor
jtwe oogen dorn zal. Men moet aihier wceten,
dat in de Verzengde Luchtl lreek, en de daar
aan leggende landen , gelyk Paleilinc zelve,
in de wimermaandcn geen Sneeuvv, gclykals
E l h . s i s s^-ravis dct•Ic^l^ imber , "p m t i - i W ^Scnoi ^
r a Fmtz Wi .