»M
Ì M ,
¡|Jí¥i:-i
N A T U U R K U N D E .
P R I N T B L A D CCCLXXXIII.
Ende Simfon ging henen, ende ving drie honderd-voffen: ende hy ntm falteten,
ende keerde pert am fleert, ende deed" eenen fakiel tujiihen tme fterteo in het
ntidden.
£nde hy fta^ de fnkkelen am met vyer, ende liet^e loofen in het ßaande kporn der
Ftjißynea-, ende hy fiak.in hrmd <00 wel de Kjiornhoofen als het ftaande. kporn,
v l f i tot de wyngaarden en olyfkomen toe. Recht. X V . vers 4 , j .
HiU SIMSON gaat gemoed hier op de VOSSEN-7<irt
Hj vatigt drie-honderd fluks, die hy heefi t'z.aam' gebragt,
Om, geen hy eerfl ießm, manmoedig te voltrekken.
V O S S E N moeten thans tot eetie ßraf verflrekken
Van 't Filißms gejlagt, hoe groet het is vermaard.
Hy Wi-üi/yOSSEN t'zaarrimet FAKKtLS «^¿»«STAART
JS« jaagtf die brandende, das in des vyaiidi Korea.
Men ziet ahm de ulam, met kan het knarjfen hären
Der Halmen, daar het vmtr die tot den grond -uerteerd
Wie heejt dit ßra/tuig u, S S I M S O N ! eerß' gekerdi
Vw eigen Jchrandeihetd, om vyands volk te plagen.
Ca voort dan met de vUm in 's vvanäs land te iäie
fTaardoor ook ö ' i O L M ß O O M en de W YNGA ARD
En dus het edelfle van 's vyands vrugtbaar Und,
Word overal verteerdy geblakerd, en gefchonden.
Tot alles wyd en zyd zyn afgebrande gronden
Is eene dorre fireek^ ontbloot van hloem, of vrugt i
lerwyl de FHißyn dit ongeval bezagt
Zult gyy tot I/ra'el zyn blydfchaj>t zegefralen,
^aar gy 't verhejt, en doet de magt des vyands ddlen.
) word verbraad.
Om dat aever fcheideVerklar ing der woorden
dikmaals de Schriftuur buygd, en
draait in eenen ver fcheidenzin, zomoeteene
körte uytlegging der zelver voorafgezonden
worden. Schuahrmyn, uytovereenftemming
van alle en de alderbefle Vertaafders flößen,
gene handvollen ßroo noch Häver ; het welk
t e g e n zekeren aanmerker van Halle bondig
•betoogd -Godofredus Martmi'm deMifcell. Lipp
I V . ötuk, bl. 2? 7- Van deze Brandltichters
heeft 'er Simfon drie hondtrdgevangen, en dacir
en boven heeft hygenomcn Lapidm-, Fakkels,
Toortzen, brandende Fakkels, van welk grondwoord
miiTchien af te leiden is der Grieken
iampas, ¡¿mpaävs. Deze Fakkeis genomen heb.-
bende, en der zelver fteertcn ann een gihonden hebbende,
zanab el zanab, heeft hy een fakkel geßeld
tuffchen t-wetßeerten. Eenen Üaart namentlyk
heeft hy aan eenen Haart door mlddel
van een touw gebenden. Dus de L X X . in
d e Complutcnfer uytgave kat fuaedeyfen kerkon
proskerkon. Doch in het midden heeft hyaan
een touw gebenden eene fakkel of toortze,
•welke aangeibken zynde, hydevoiTchenaan
hon zelven en aan hunne dwalende bevveglng
heeft overgegeven, latcnde haar hopen in het
ßaa»de koorn, cot zeer groote fchade van dit
k o o r n , als mede van dewyngaardenen o\)fboomen.
Wanc het was tocn ten tyde van den
Tarwenoogß vers T. en de Filifteeuwen in den
oogft zelve bezig, nademaal 'er gewag gemaakt
word van ßaande koorn, KamoihtnwiiXi
Hoopen gadi/ch, welk woord eigentlyk beiekend
een Hoop, een Opper van vruchten tot
een Hoop by een vergadert De L X X . hebben
Haloona, een bedde, inde Complutcnfer
Druk Stoibey». En de VoiTen zyn niet
alleen door de Akkers henen gezworven,
maar zyn in de Wyngaardendoorgebrooken.
Want Delila woondde aan de Beeke Zorek.
Recht. XVI . 4. eene plaats wegens de aldervoortreffelykfte
Wyngaarden beroemd, dar»
al was het uyt de gefchiedenisvan dcDruyvetros
door de Verfpieders afgefneden, enaan
Mozes gebracht, blykt; wanc het Dal £skol,
d e plaats der geboorte van die Druyf, was
niet verder dan eene halve meil van Sorek afgclegen.
Deze Gefchiedenis van Simfon, welke ik
ter uytlegging opneme, is eene van die gene,
dewelke aan de fpoctende Luciamßei gelegen«
hcid gecft, om de heilige vertellingenfchamperlyk
tebelacchen, en deeigen geloofwaardigheid
van het H. Bondboek teondermynen.
De grootite zwarigheid beilaat daar in. waar
van daan de Held drie honderd Vollen heeft
gcvangcn. Inderdaad Jaren zouder 'er te
voorcn verlopen, geene maanden, noch da-
Q q q q q q ge n ,
1