'T
N A T ü U R K U N D E.
i'r.i •
waar hy van Samarie, het welk cen gedcelte
is geweef t van li'phraim en van de lialve Hamme
Manaiie op dees zyde de Jordane xcgt:
dat alliier '¿cer vruclitbare Bergen cn Veldcn .
•¿yn, bezet mec allericy -¿oort van Boomen,
mer vruchcen overvloedig vervuld, wel niec
i' door overvloedig Water befproeid, maargewoon
door milden Regen vruchtbaargemaakt
t e worden. Zoccc watercn, vette weiden,
aldervoortrefFelyklle melk. Een landichap
in alle lioeken bewoond, hec w e l k z y n z a t lue
g r o o r i l e bcwysdom van deugdzaamheid cn
voorlpoed. Met welk dat Aßaanjcb Landfchap
ons bergachtigiTti/zizir/Äffc/vele dingen
overeenkomende heeft, maar ook verichillende.
Gewillig gevenwyhetzelvedenvoorr
a n g , ora datdekoude, onsmenigwertfchadelyk
, aldaar overgaat in eene aangename
w ä r m t e , en het gebergte zelf en lieuvelenby
ons koorndragende , aldaar met boom- en
wyngaardcii beplant zyn; zclfs d e roiivve Noordewind
in eene lieifelyke koelte zyn verandcrd.
D e Eeuwigheid der Bergen en heuvektty
^ie ond zyn, llryd niet tegen het Opitel der
L e e r e , vvaar door ik den oorfprong d e r Bergen
, die 'er nu zyn, afleide van den Zondv
l o e d : vvanc z y hebben ook voor den Zondy
l o e d geweert, alhoewel mÜIchien vruchcbaarder
als de onze : derhalven hebben zy
hunne hoofden om hooggeheven by deSchepp'ing
zelve. AI eer de bergen ingevcßet waren,
'voor de hewvekn was ik geboren, dat is, eer
d e fondaraenten der Bergen en der Wereld
gelegt waren, zegd de lieuwige Wysheid,
bpreuk. VIII. 2J. en zy zullen -"er buyten
twyffel zyn tot aan de einden der Wereld.
Bergen zuilen v:-icken, endehewuelenifaucke-
Uli, maar myne goedertieretiäheid en zal van
11 niet'•^ytken y ende het verbond mynes vreedes
en zal niet wanciiclen^ zeidde HEERE,
ir^eOutfermer. Jez. L IV. lo,
Hy heeft de heeiiykheid (dus vvord Jofefs
• zegenins geilooten en als verzegelt vers 17.)
des eerßgeboreven zynes (jffes. Want de Üs
is wegens lichaams geilalce en hoornen boven
vele andere Beerten uytmuniende. / irgUius
In degroof e boßehen weyddefchoone Feerze.
Hier van daan is h e t , dat de Egypcifche Koning
Mnevis geboden heeft dat ecn Os zoud
e worden aangebeden, als denalderfchoonrtcn,
hapantoou hooraiotaionemaipe^ißeukooi»
Homerus ìliad.
Ovder een Hoopgroot Veemunt hovenalle
¿eccne Sfieruyt.
By Cicero in het I. Boek van de Nat nur der
Gode/f is Cotta in redenllryd metdeEpikurifl
en over de uytinuntende fchoonheid dei
Schepzelen. Deze wilden den Menfch. Maar
voorixjaar, zeide hy, alhoewel ik zelf my beminne,
nocbtans durve ik niet zeggen, dat ik
ßhoonder ben, dan die Stier is geweeß, diè .
Europa gevoert heeft. Daar zyn ond er de
Gcleerden, dewelke uyt den tegenwonrdigen
Text , als ook uyt de omrtandigheden
van Pharaoos droom van die tweemaal zeven
Koeijen trachten rcbewyzen, datdefgyptenaars
onder de gedaante van eencn Os, Jpis
e n Serapis, Jofef hebben vereert. Doch alhier
word niet zo zeer de perzoon van Jofef
by eenen Os vergeleken, als wel delTelfs nak
o me l ingen, de tien dujzenden van Ephraim,
en de duyzenden van Manajfe : welke beide
Staramen een ilerke Os zyn g ewe e l l , tencieraad
en byfiand aan gantfch Ifraels. Uyt Efraims
S tamme zyn geweeil die alderdapperile
Veldheeren 7<?2;«<« , Jeroboam, andere
Koningen : uyt Manaffes ötamhuys Jair,
Jephtha, Gideon. Te recht kon 'jofef wel
vergeleken worden by den eerilgeborcnen
des Oiles, om dat het Recht van b'erÜgeb
o o r t e , waar uyt R u b e n uytviel, ' bloedfchnfid
e hebbende bedreeven, ten deele op Jofef
was gevailen, wien twee deeien vandeerfieniiTeaankwamen.
'Zie i. Krön. V. t , 2,
Van den Eeiihoorn, of hy moet naar de
^•ilde Geiren Velgens het gevoelen van Bochart,
verweezen worden, oiàs Rhivoceros,
het welk aan Lndolf behaagd, hebben \vy op
Num; XXI11.21. gehandelt.
P R I N T ß L A D CCCLXIII.
Z y KliUen de •volk.m tot dm berg rollen; daar ^»«i» zy ojferhanien der gerechtigbeid
ojferen: want zy xitllen den ouervloed der v eWS « ' , ende de bedekie verborgene
dingen des :^anäs. Deut. XXXI I I . ver s 151.
vrugibaarheiil i:ait het behrjfdc Kaìiaàn
yeri^rOBt zig -wondcrhk, door ät« verborge ßhatitny
0 Hemel-voogd r rvie kan líw wysheid regt bevatleti ^
Daar 't aarirjk alle! geeft wat iemnut denken kan.
E e e e e c
i
lllll<i
"Iii;:
Me„
Iii!