V
i r .
N A T Ü U R KUNDE. 6 i i
Fakkels 0p 7 l ^ f , en raakt om hals op dezelvew)-
ze, als bei hei koorn vermeide. Bochart Hieroz.
I. Deel. in. Boek, 13. kap. leid deze Fceftgewoonce
derVoflefpeelen nietafvandenCar.
feolaanfchen Vos, maarvanSirafonsGefchiedenis
lelve, om dat die V'olTen der Romeinen
de ruggen niet, als die Carfeolaaniche
mec ilroo omwonden was, maardooraaneen
gebonden fakkels brandende ruggen hebben
gedragen. Ook viel dit Feeft niet in ten tyden
van dtn Oogil der Romeinen, maarvan
PaleÜina zelve. Want deze begint mct de
maand Abib. dewelke overeenkomc met
Maarr, op welker midden zy een Garvevan
de eerßelingen des Oogßes tot den Trießer
moeßen brengen Lev. XXIIl . ro. welke geeindigc
is geweeil 50. dagendaarna, namentlyk,
op het Feeft van Pinxteren: het welk
hier van Fxod. XXllI. 16. genaamtwordhet
i v ^ des Oogiles, de'c verzamelhig, namentlyk
van de geeindigde Oogil, zo datdicderhalven
in den tuirchentyd midden tuHchen
Paafchen en Pinxceren is ingevallen. Wanc
daar is eene tweederley Oogttgeweeft, de
eene van deGarfte, deandere van de Tarwe.
'Plinius het XVIII. Boek, 7. kap. In Egyfte
Word de Garfle op de zesde maand na dat die
gczaaid de tarwe op de zevende gemaetä.
En Klemens van Alexandrye Strom: VI. Boek.
IPropeteßera eis ooran theroustoupurotimallon
hey Krithev. Zo word 2. Sam. XXI. 9. melding
gemaakt van de dagen des oogßes^ in de
eerße dagen in 't begin des gerßen-oogßs. Van
die Hagel in Egypte wierd her Vlas en de Gerß
^ S-^ß".^"" > want de gerße was in de'air e, ende
bel Vlas was in den halm. Maar \de Tarwe
en de Spelte en werden nietgcßagen^ want
zy waren bedekt. Exod. IX. j i . 31. Derhalven
is het gemakkelyk te befluyten, dat de
Gariten-oogft ingevallen isopMaare, de|Tarwe
op April, fn het fchynt aan dien grooten
Man waarfchynelyk, dat de Feelldag te
Romen gevierd op den dag zclven vandeFiliileeuwichcn
Brand invald, welker gedachtenis
eerft gevierd zoude geweeft zyn door
de Feniciers, naderhand door de Romeinen.
Ja daar van daan haald ^ff/widebygelovigheid
der Baotiers zelve. door welke deze,
of onderdanen der Feniciers, of cynsbare,
geloofden ben toegelaten tezyn alleverbranding
van voorkomendezaken, door Fakkels
op den rugge der Beeilen, alsVolTen, Schildpadden
gedragen toegebracht, hei welk te
zien is by Svidas op het woord Neooria, en
by Arißophanes m Acbarneus.
Die mei r zaken over deze ilofie wenfcht
oftelezen, oi tcweeten, denzodanigenworden
aangepreezen.
Codfried Marten Leer aar te Leuben over
de plaats Recht. XK 4., van de Voffen van Simfon
in Boßchen Stroo veranderd, nu wederom
in de oudegedaanteherßeldinde Mifiell. LipJ.
/ r . b l . 237.
Joann. Fr id. Maeyer Verbände ling over de
Vo/chjes. vanSimfon Wirtemb. 1686.
Ken Naamloos Schryver Vojfcben vanSimßn\
n hecFrans.
Joann: Wilb. Hilltger Verband, over Sim"
Jons Vojfchen.
P R I N T B L A D CCCLXXXIV.
Ende hy -vond een •vochtig E\eh Kimehaklten: ende hj flrekte zjne band uit, ende
mtrn het, ende floeg daar mede duixend mm.
t)oe kloofde GOD de holle flaaKf die in Lechi is: ende daar gmg water tiit -van
deKfhe, ende hy dronk, doe kwam zyngeeß weder, ende hywerd lesendig; daarom
noemde hy hare name, de fonteyne des aanroepen, die in Lechi is, tot of duKsn
dag. Recht. XV. vers i y.— 19.
Een ander wonder word door S IMSONS kragt verriet.
'De Fdißyneny zo verwoed op hem gebeten^
Staan zelf verba/iß op *t zien van z)n vergramd gezigt ^
Maar als zy zig door flag op flag zien neir gefmeten^
En doodeljk gewond door 't E Z E L S KAKE-llEEN,
Vergroot hunne angii en fcbrtk, en krnipt door al hm leden:
Bold SIMSONS magtige arm k'dseiß kop, en arm met een;
Om dus zyn vyand 'door de vocten te vertreden.
Hoe! diiizend Mannen gaan voor eenen op de 'vlugt,
Daar zy ge"j!japeni zyn met fch'tldett, helmen, z'waarden,
EU is voor SIMSONS arm op 't aUerhoogß' bedugt.
IVaar zyn "er kragten, die deez' kragt ooit evenaarden?
•Met elken ßag ontneemt hy een het Uveni ligt,
Jot dat het Huizeud-tal legt in het veld verßagen,
En
i