G E E S T
J u v e n a l u s y t i ^ deze manier van Ipreeken toe op
d e kinderen zelve, inhecV. bchimpdiclu.
ied ttia nmc^ Mygale, fariat licet, ^
fueros tres
¡n grmium Tatris fitndat fcmel, ij>fe
Caudebit i
Maar. Mygalus ,ßhoon de iiwe nu zmtde baren,
ende drie hinderen , oJ> eenc reis tu des Vadcrs
fchoot ßoitcfi, zal by aelf over ha Jpreekende
vefl zieh vtrblyden.
H i e r om hebben de woordelyke Uycbreiding
e n neoßos , ueft , ccn kiehn , jonge "jogel.
D e opwekking zelvc , van dewelkc Mo7.es
gewa-.igt , verklaart Rabbi ¿"r/i?»?*? dufdanig,
dat de Arcnd inetopxynncrtvliegtdooreene
h e v i g e onlUiymigbcid , maar zieh door eene
l a c h t e vlucbc nederlaat, de vleugels tegen de
t a k k e n der Boomen hebbende aangellagen,
o p dac aan de jongen niet zoude oiitbreeken
n o c h tyd , noch gelegendheid cm zieh zelve
o p Ee vvekken , en de Ouders te ontfangen j
w a n t d a a r o v e r is menuyt , datdejongengev
o e d worden , niec verdrukt. Hieronymus
breid den zin van A/özej klaar genoeg uyt;
Celyk de ArendzyttejongenverwekTomtevitegen,
en boven de zelve vliegende e. z. v. z o dac
d e zin hier op uyt komt , dac d e Arend zyne
jongen tot het vliegen opwekt , ende nodigt
d o o r de eigen uytipanning en beweeging van
z y n e v l e u g e l e n , van yfjdkQVytbreiding V'ozes
•¿elf in den T e x t fpreekt. Namentlyk de eerllc
v l e u g e l b e w e g i n gen , of fchuddingen met de
vleugelen zyn alsproefneraingen enden Arcnd
z o aangeboren , dac zeUs de jongen byna ged
u u r i g l y k onder het eecen hunne vleugelen
uytfpanncn, dat wel de meeile andere Voge-
I c n g e m e e n i s .
D e yoHge Arenden worden Spreuk.XXX.
x-j. bede nafcher , Arends jongen , eigentlyk
Zoonen genaamt; en |ob X X X I X . ephiochaiy
met een woord gemeen aan alledeki6-
£ L Y K E
daaj in t e g ende e l Mti(£iis onder d e aleude
D i c h t e r s , by Aricóte les inde Htíiorieder Uteren
kens der Vogelen Doch hier ter plaatze knmc
hec woord Gozalai voor , alwaar by aan te
merken iUat, dat Gi za/eigenclyk de jongen
der Duyve n betekend
Mcn moet alhier met geen rtilzwygen voorb
y gaan. dat Mozes aan den Arendjongen in
het meerder gerat tocfchryf t , gelykookjob,
devvelke hy mmemlyk koeilerd ende voed,
VI. ßoek , 6 Kap. verhaald, dac hy wel
drie eijeren iegd , twee uycbroeid , doch all
e e n l y k maar een bezorgd.
Hos tria mentiktei, duo dekleij>ei, ben d'
alegizei.
o f , ben d'alubazei.
T)eze baarà 'er drie, twee verlaat ky, doch
een bezorgd hy.
E e n voed hy , gelyk Flutarchus Iceft in Marius.
ylrifioteles getuygd echter , dai 'er ook
drig jongen in het zelve nelt zyn gevonden ,
Zeven van Miirius by Vlmarchus , insgclyks
z y n 'er ook by Jnluis Qafitolmus van Cloaius
/jibinus bevvysdonimen aan d e hand.
M e e r zaken over dezen Text kanmen Icez
e n b'xod. X I X 4 Inmiddels zal hetnietond
i c n f l i g zyn hier by tevoegen, op den onder
banden z ynde T e x t , de omlchr y v ing van zeker
oud Dichter, reeds over b'.xodusaangehaalt,
alwaar men de volgende zesvoetige Vaarzen
in d e Byvoegzel s zal zien.
E v e n als d e \'oitt der Vogelen , endegoudgeele
Wapendrager van den Donder-Godzyne
vederlooze, en zonderkrachtgcborejong
e n door bekommerde zorge opkweekt ,
en van het vette wildbraac voedzel verfchaft:
daarna wanneer de poddehairige vleugelen
met de krachten zyn aangegroeid , als een
zacht windje hen uyi lokt , met eenc uytgefpreide
vederpliiym hennodigd, dedralende
opneemd , en op de fchouderen bcin'd , en
door een voorwind zeilende vleugclgekl-ipop
d e a k k c r s werd gedraagen, bevrecil; voor den
l a l l , en nochtans met een geparil geweld hec
roeiien door de vleugels buygende, en de
k r o m g e b o o g e zeilen met de vleugelveederen
voor by dryvende, onder de wölken dclnge
l l r e c k e n doorzweeft. Van daar klimc hy allenkskens
hooger op, word eensgans tot onder
het gellernte opgevoerd . en fncllyk vervolgd
hy zyn licht uytzweeven in de luclir,
w y d ende zyd alle pIaatzcndoorvlicgende,cn
v o e r d en wedervoerd aldus in eene veríchcid
e fchare zync jongen, leerende haar de inanier
om te vliegen, maarzy, door langeaewoonce
ondcrregc, beginnen alli^-ngskens hemelwaarts
opde vleugelen zieh tcbecroiiwen.
Z o veel vermag het van kindsbeen afzorgte
' dragen.
PRINTDEUT.
CAJI. x x x i i v. i
f e ö e lescliuinn
'K'
• n . :
I Q. Tfì^Uìt J-l-ulfni.