(i i S
111!;"",
'8!
f i . 'i
...jij,
•ife
Mliifif'l
6 i 8 G E E S T E L Y K E
HET EERSTE BOEK SAMUELS.
P R I N T B L A D CCCLXXXVIII.
"By njerheft de» geringen nit den fiofj ende cien nooddruftigen verhoogt hj uit den
drek.j om te doen ^tten by de orßen, dat hyfe den ßoel der eere doe be-ewen:
^ant de grondveßen der aaräe zyn dei BEEREN, ende hj heeft de werelädaar
gezet. 1 Sam. II. vers 8.
GOD, die het al behoeä, bewaard en ondeihouwdy
Die de aar de heeft gebou-ivd,
En uit een enkci Niet hot ^^anis Beel-AI docn komen^
Zorgt alioos voor de •vromen,
Hy heft den ARMEN tiit het ßof van ongeìuk,
^it allen ramp en drtik,
f j y ladt ben »¡et vergaan in bunne ßaafß banden ^
Maar rukt met eigen banden
Heu uit htm ongeval, op dat zyn gréte magt
IVord elk im toon gebragt:
AI fthynen zy in V ftof van ongeluk begrdven,
Hy geeft ze een vrié haven,
l^aar geeß en lighaam ruß, na 't einde van hun leedy
Zyn hulf is ßaag gereed,
Voor die volßandig o}> zyn böge magt vertrowwen,
'Dat die ben zal bebotiwen,
En redden uit den mod; ja dat hun vamp en druk,
Nog eens in bun geluk
Verand'ren zal., om Hern ßeeds kf en dank te gcven,
Voor bei gelukkig le'ven.
ZEer fraai bewysredend de Godvruchtige
Bama in haar Danklied van het grootrte
tot het kleinile, aifchoon zy het Redenkundig
Leer-opilel van tf^endehnus nooii heeft geleezen.
Namentlyk by aldien GOD daC aldergrootfle
Opßel vnn de geheele Wereld,
byzonder van de Aarde , onze vvoonplaats
door zyne oneindige Machten Wysheid heeft j
gefchapen, en np hetalderfchoonlleverclerd, }
20 zoude hy ook voox^^z.^t den geringer ujt den
fiof verheffen, en den nooddrufttgen uit den drek
verbogen , en by den Garßen doen zitten. De
naauwheid van de plaats en tyd laat niet toe,
dat wy dezen ArtykelvanGüDS byzondere,
ja alderbyzonderfte voorzienigheid over alle
Menfchen , derzelver Leven, Eereilaatcn,
Rykdommen, Gezondheid, alderhande Goederen,
ja de Hayren, over alle Dieren, Groeibare
zaken uytbrallen, zullende weinige dingen
zeggen van het Betogend Bevvysdom,
het welk Hanna gebruykt, van.deSchepping
en Onderhouwding der VVeereld genomen.
Om dat de grondveßendir aarde das HEt.RliN
zyuy en hy de fVeercld daar opgezet heeft. Ken
iederzietwel, datdezefpreekvvyzcncmleend
zyn uyt de Burgerlyke Houwkunde, dewelke
op een vart fondamem het Gebouw timmert
tegen de ongemakken van Regens en
W inden, of andere inwendige of uytwendige.
IVIaar het zy verre daar van daan, dat wy behalven
des Scheppers ddervermogenilewenk
het Opilel der Weereld op andere grondvesten
bouwen- De Denkbeeiden, dewelke de
Reden ons leeraard van GODS alderopperfte
Verftand, cn almachtigfte Wille, ja ook de
ganifche Nntuur, en derzelver aanfchouwing,
leeren ons kiaarblykclyk, dat GODS wegen
•anders zyn , anders die der Menfchen ; dat
de gedachten van het Opperfte Weezen oneindige
Ikdi^n verfchillen van onze gedachten:
De Menich bouwd op Rotzen, Hout , vaile
Grondaardci m'^tix ¿egrondveßcn der yiarde,
jA van allcrhande gehcelt Lichamen, zyn de
aldervloeibaarlle en aldcrfynile Lucht, ja de
oppcrlle Lucht, u-aar in op dengrond vallcn
alle de alderdunÜe Ilofjes: maar van Niet hangen
, of zu'cmmcn op het alderonbedwongenlle
behalven de Aarde alle Planetifche Lichamen.
De Kegels van deze Goddclyke Bouwkundc
enkel vrywillig, bcllaan in eene algemeene
cn onderlinge pcrfllng van alle cn elk
lichaam der Wccrcld , tot elkandcren , cn
eene byzondere van alle deelcn van de Aardedraaikolk
tot het Middelpunt van dczePlaneet, I. SAM.. II. V. 8.
Tenues erepti, tera-a firmata
(Ptuit. e.^ II, tí. 8.
^ütttó ^^t tcí í f iixí iini-^'i» -"•^nutí'm.
I. G. Pinti s.-ulf'.
?f¡:! I»/
í'íi:
i ;
V i l t í l i
i ' • i t i -
li
[ l'Ji.
•¡.': i I'!
'i-'ih