jii;î!iJi:t:,i;iir::
.Slíi^s];
riiiji ji
Í ¡ 1
598 G E E s T E L Y K E
P R I N T B L A D CCCLXXV.
Ende Gideon ^eide tot GOD ; indien gy Ifiael door myne band ^altverloßit,
^^^ &y gefproken hebt.
Ziet ^at een wollen vites of den vloer leggen : indien 'er daaw op het vîtes alteen
zal zyn, ende droogte op de gamfche aarde, ^00 x_4 t{weten, datgy I/raeldoor
myne hmd •verloj¡en, gelyk^als gygefproi^n hebt.
Ende het gefchieäde dzoo : want hj ßond des anderen daags moeg op, ende dmife
het vlies ait : ende hy wrong den dmwuit het vlies, eene fchale vol waten.
Ende Gideon neide tot GOD : Uwe tmrn en ontßeeke niet tegen my, dat ik, alteen,
lyt^ditmaal fp-eel<e: laat my doch alleedyk^ditmaal met den vliefe veraieken : daar
zy doch droogte op 't vlies alleen, ende op de gantf :he aarde zy damv.
Ende GOD dede alzoo in de^elve nacht : want de droogte was of 't vties alteen
ende op de gantf che aarde was dauw. Recht. VI . vers 36. tot het eynde. '
Hos vaak, ê G I D E O N verzockt gy de Oppermagt?
Kan 't ongcloof zo verre ui¿i groots gemoeä behercn?
'Daar gy zo ménigmaal tm beàe ziet volbragt.
Het VEL is D ROOG, o/NAT, tia dat gy kuM beg/ren.
Het Aardryk is gants droog, het VLIKS alleen hefpreid ;
Nu is de grond weér nat ^ en 't V E L is droog gebUve/t,
'De Almagtige toond zig, op uw gehed^ bereid^
Otn u een vaß bewjs van zyne gitnß te gdven.
IVat viort gy dan? trek voorts bezit V beloofde land^
Ga als een Veidheer in een vafi geßaafd vertrotiwen
'Dat GOD, die u zo ver geleid heeft met zyn hand^
'V zal in allen nood en tegenjpoed behouwen;
Zyne onbepaalde magt^ hier aan het VLIES betoond,
Moet alle Vrees^ en fihrik uit il<u gemoeä verjagen^
Op dat gants Iß'ael rnet zegen word gekroondy
'Daar het in vrede en ruß verßyt zyn Uvens dagen.
DE2)i!!TO,dataldervoortreffelyk(ieVocht,
is iets uyt de Planten overgehaalt, en
voor dezelve een Hartfterkend Water. Het
kind geeft aan de Moeder wederom, en dat
getrouwelyk, dat het van deielve heeft ontfangen.
Dit is het onderwerp, waar in nu
binnen tweemaal vierentwintig uuren cen
dubbeld Wonderwerk verriebt word, waar
door namentlyk Gideon moeft worden opgewekt,
en als ingewyd om de Ifracliten van
het jok der Midianiten te verlolTen. De Held
legt Gizah een wolle W/ij-vanfchapenoflammeren,
op den dorjchvloer ^ namentlyk met
geen dak bedekt, gelyk onze dorfchvioeren
xyn, maar gefteld onder den blooten hemel,
op welke zy gewoon warendegraanen tedorfchen,
of te wannen. En het va!t licht te
giszen, dat dusdanige Dorfchvioeren ronde
of in 't ronde lopende geweeil zyn , op dat
de olTen in dezelve in het rond gedreven de
graanen met de voeten zouden dorlTchen.
Deze Dorfchvioer noemen de Hebreeuwen
Goren, en hier van daan miil(;hien der Grieken
Guros voor gyro een omgang. Ookword
inderdaad der Grieken haloos of haloon, een
dorfchvioer, ook voor een rond, cirkel, genomen.
jEfchulus in hetTreurfpel Zevenaan
Thebevs. 441.
Haloo de pollejn (aspidos kuklon Icgoó)
En de vele Halo Qk zene het rond va»
het Schild.
By •Pollux is Baloos in het oog ho httpo tey*
trm kuklos, ho too leukoo profioon: het rond
aan de Rcgenboog in de witheid het naafle.
En by den Natuurkundigen is het woord Halo
bekend voor de Cirkel rondom de Zonne
of de Mane, by Seneca de Cirkel der Geferif
tens. Dusdanige ronde Dorfchvioeren onder
den blooten Hemel geplaatft. waar in het
Vee het Koorn dorfcht, heeft aan de Kaaf
van de Gocde Hoop by òcHottentottense^ìQa
de zcer naauwkeurige Kolb. bl. n t . 118. Op
zodanige Doiíchvloer nu fteld Gideon het
vhcs, en eifcht van GOD, den Heere des
•Dauws IMich. V. 6. dat 'er Danw op het
Vhes alleen zoude zyn, ende droogte op de
gantfihe aarde. Een ieder weet wel, dat de
Dauw gelykelyk nedervait over het gchele
vlalt-
TAB. CCCI.XXV,
Ixrx). Cap. VI. V. atf. ad £.
Miracuitì. arete
• iíí-t t L'hter- O^t^. vi. it. » e. ad lui.
G.D.Jùtiman sctdp.
I
'1 • ili:
•ÌÈii.
i,«ìtó«!Jil!i.
r^a>í-iii<"< <1
Él