
teruggaande, hunnen boog beschrijven. Maar,
er is nog eene tweede, niet minder aanmerkelijke
, bijzonderheid; dat, namelijk, die wijzers
zich niet met eene eenvormige snelheid bewegen
, maar dan zeer langzaam, dan veel sneller
; en dit moest ook zoo zijn, want(48)
Van 2 iD e c . tot 21 Jan. lang. de dag. dés morg. 24 m.
21 Jan. 21 Febr. 56
21 Febr. 21 Maart 57
21 Maart 21 April 62
21 April 21 Mei / 5o
21 Mei 21 Junij 23
21 Junij 21 Julij kort. de dag. des morg. 20
21 Julij 21 Aug. 5i
21 Aug.s 21 Sept. 61
21 Sept. 21 Oct. 60
21 Oct. 21 Nov. 55
21 Npv. 21 Deo. 25
Waaruit blijkt , dat de wijzers zich van den
a i Maart tot den 21 April wel driemaal snel-
Ier moeten bewegen, dan van den 21 Junij tot
den 21 Julij. Het middel, dat de vroedsman
E isikga uitgedacht en gebruikt heeft, om deze
twee bijzonderheden uit te voeren, is ongemeen
vernuftig, eenvoudig en naauwkeurig.
(48) Ik volg hier de tafels, door Cruquius voor* de
hofstede van den vermaarden Boerhaave , Oud Poel-
geest, nabij Legden, op 52 gr. 12 m. noorder breedte
gelegen, berekendt zie p. i 5. Bij ons is het verschil nog
iets grooter.
§ 86.
Dit hemelsplein geeft dan, in alle deszelfs
stukken, eene duidelijke kennis van de verschijnselen
der Zon en der vaste sterren; is
zeer geschikt, om dezelve, ten allen tijde,
bij dag en bij nacht, na te gaan; en behoort
volstrekt bij een planetarium gevoegd te worden,
om een volmaakt denkbeeld van den ge-
heelen sterrenhemel te verkrijgen, hoewel alle
de mij bekende planetaria van dit gewigtig
stuk ontbloot zijn.