
bol van Saturnus en den binnensten rand van
den ring, is aan de breedte des rings gelijk.
De ring helt op de ecliptica roet eenen hoek
van 31 gr. >3 ra, en snijdt de ecliptica in
den 17 gr, van de Maagd (2 1 ).
>§ 36.
Zie daar „eene vrij volledige beschrijving
van hetgene, dat op het eerste gedeelte van
on§ Franeker kunststuk , op het planetarium,
namelijk, vertoond wordt, en op welke wijze.
Wij hebben reeds gezegd, dat dit stuk door
den maker voltooid was, alvorens hij iets van
dergelijke stukken gezien of gelezen had (22),
Het zal derhalve niet onaangenaam zijn, dit
stuk met eenige andere, van gelijken aard, en
door zeer ervarene wis- en sterrekundigen vervaardigd,
te vergelijken, en na te gaan, in hoe
verre dit stuk deze vergelijking kan doorstaan.
(21) La Lajsde, $ 972,
(22) Toen het -planetarium reeds aan den gang was,
werd aan den vroedsman Eisinga, door een góed vriend
de plaat vau het planetarium van Desaguliers vertoond.
Het eerste planetarium, dat hij ooit gezien heeft,
is dat van Noelet, waarvan ik in mijne lessen gewoon
ben gebruik te maken, en dat ik hem voor het eerst den
16 Maart dezes jaars vertoond heb. Hoewel de vroedsman
doorgaans eens des jaars naar Lep den, uit hoofde
zijner wolnegotie, reist, had hij nimmer gehoord, dat de
bibliotheek van die stad met eene sierlijke beweegbare
sphaera pronkt; veel min had hij dezelve ooit gezien.
III. HOOFDSTUK.
VERGELIJKING VAN DIT PLANETARIUM MET
eenige anderen, VOORNAMELIJK t)IE VAN
Roemer, Huigens, Desaguliers, Wright,
EN DE BEWEEGBARE SPHAERA DER BIbliotheek
te Leijden.
M S 37*
J\_len kan alle de planetaria, in het algemeen,
tot twee klassen brengen} de eerste
behelst verre weg de talrijkste, die, namelijk,
welke slechts de betrekkelijke, omloopstijden
aanwijzen, als wordende door geen uurwerk
gedreven. Tot de tweede klasse behóoren die
planetaria, welke door een uurwerk bewogen
worden, en dus de ware omloopstijden,
en de ware standplaatsen der planeten, te
kennen geven. Onder deze stukken munten
het planetarium van Huigens en de sphaera
der Leidsche bibliotheek £23) uit. Doch wij
(a3) Men treft er eene plaat en eene zeer korte- beschrijving
van aan, achter de catalogus van de Leidsche
bibliotheek. De beschrijving wordt herhaald bij Weibijer,
hist. a s tr o n .p. 563.