
toen reeds smeulende staatstwist, die het behartigen
tegenhield van den roem der'Vriesche
Hoogeschool, waaraan anders een könststuk',
als dat van E isinga, door hem zelven in de
kracht zijns levens vervaardigd en verbeterd,
ten nuttig sieraad had mogen dienen.
Ook komt hier, ter bevestiging van dit ons
vermoeden, bij, die koude onverschilligheid
en waarlijk slordige, ja aanstootelijke, onachtzaamheid,
waarmede de wil der Staten vervolgens
door hunne Gecommitteerden, daartoe
gelastigd, werd uitgevoerd. Het gedenkstuk
door hem gekozen verloor toch hierdoor, niet
deszelfs waarde in klinkend, sprakeloos metaal,
maar in dien onschatbaren prijs, welken de
nazaat, en des mans welgeplaatst hart, daarop
met rede'verlangd hadden te mogen stellen.
Het zilver heeft geen wapen, geen teeken
van toewijzing, geenerlei opschrift, geen blijk
van herkomen, of doel. Het zilver ontving
E isinga zonder eenigen geleibrief; en bovendien
niet uit handen van eenen Staatsbode;
niet op het Raadhuis der Stad; niet door tus-
schenkomst van den Burgemeester ter overgave
gelastigd. Neen! als Vries, gevoel ik mij
verontwaardigd van te moeten aanteekenen, dat
hetzelve door den knecht van den zilversmid
aan E isinga is overhandigd; en nog bij den
waardigen man, minder als present der Regering,
of gedenkstuk, dan wel als een kostbaar
meubel, bewaard wordt in zijne binnenkamer.
Intusschen, zoo eenige lage drift, of
trots der aanzienlijken, bij dezen handel hare
rol speelde, dan toch daalt al de schande van
zulk eene onoplosbare en hoogst bevreemdende
daad op den naamloozen bewerker neder;
onvermogend als hij was, om den waren adel
der verdienste, welken geen zilver o f goud
behoeft te vereeuwigen, van zijnen echten
titel te berooven, of dien te bezwalken.
; Maar andere en meer wezenlijke onheilen
van onderscheiden aard, hingen E isinga
over het hoofd, en stortten in volgende jaren
op hem neder. Ook hij, de waarlijk vrome
man, zoude in zijnen kleinen kring en stand,
bij eigene treurige ervarenis, die harde waarheid
ondervinden, dat zelfs geen stil en huis-
selijk leven, ofschoon gerugsteund door onschuld
en eene algemeene hulde van groote
en kundige mannen, aan kunst, verdienste en
onbesprokene zeden toegebragt, vooral bij
staats-orkanen, op Aarde tot eenen veiligen
waarborg verstrekt tegen rampen, die Godsdienst
alleen vermag te lenigen.
Vooraf dient echter, met één woord, van
ons..gewaagd te worden van het verlies, hetwelk
E isinga leed bij de verroeping en het
vertrek van zijnen voornamen vriend en war