
(revolutio synodica') , ééns in 708*733 u. C§ 33,
87). Dus staan die omloopstijden töt elkander
als 8,765,812 tot 708,733. Maar men
kan aan geen rad een getal van over de acht
millioen, of over de zeven maal honderd duizend
tanden geven; dus er twee kleine en ge-
heele getallen moeten gevonden worden, die dezelfde
evenredigheid als 8,765,81 2" ert 708,733
hebben; dat is, de evenredigheid van 12*36828
tot i; De vroedsman E ïsinga heeft de getallen
99 en 8 gebruikt (3 5 ) , die , inderdaad,
vrij naauwkeurig zijn , want zij staan tot .elkander
als 12.37500 tot 1. Dus zoude, volgens
die rekening, de Maan op het.planetarium,
in honderd duizend jaren 1,237,500 malen
omloopen; doch volgens de waarheid maar
-1,236,828 malen; dus 672 malen te veel in
honderd duizend jaren, o f gedeelten Van
oenen omloop te veel in een jaar. Doch iedere
omloop geschiedt in 708.733 u. ,des de Maan
hier ieder jaar ongeveer 4 u. 45 m. 46 s.
Vervroegt, of in iederen omloop ongeveer 23
m. tijds. De getallen 136 en 11 zijn ruim |
naauwkeuriger dan £9 en 8 (36) ; ook heeft
(35) Roemer, van wiens vërrigtingen, zoo als gezegd
is , de vroedsman niets wist, heeft dezelfde getallen gebezigd.
(36) De getallen, doof Huigen» gebezigd, zijn nog
naauwkeuriger5 maar Huigens heeft tot de beweging der
dö vroedsman EisinöA dezelve in een der
maanwijzers gebruikt. Eindelijk zouden de getallen
235 en 19 zoo naauwkeurig zijn, dat de
Maan in iederen omloop naauWelijks eene hah
ve minuut tijds verachteren zoude, en in twee
honderd Vëertreii jaren naauwelijks een dag*
§ 53-
De geheele zaak komt dan op dit vraagstuk
Uit. In plaats van twee groöte en gebrokenè
getallen, twee kleine en geheele te vinden,
die in dezelfde evenredigheid, of naauwkeurig
staan, of zoo ten naasten bij, dat er in langen
tijd geen merkelijk verschil plaats hebbe. Een
Maan vijf raderen, een groot en vier kleine, gebruikt;
doch naderhand een eenvoudiger zamenstel vaii maar vief
raderen uitgevonden. De heer Mudge, teen der beroemdste
en kundigste Engelsche horologiemakers dezer eeuw,
heeft eene zeer vernuftige wijze uitgevonden, om raderen
in bepaalde omloopstijden, met de grootste naauwkeurig-
heid te doen bewegen. De heer MaggeLlan heeft dezelve
beschreven, ten op het voorbeeld van de gemiddelde beweging
der Maan toegepast, in zijne beschrijving van het
zeehorologie des heeren Mudge, welke te vinden is in 'de
J o u rn a l de physique de Vabbè R o z i e a , Juin 1778, torn.
11, p. 541. Doch vermits er, om de gemiddelde beweging
der Maan voort te brengen, 6 raderen, 4 rondsels,
en 2 schroeven zonder eind gebruikt worden, blijkt htet,
dat het planetarium, het hemelsplein, en de maanwijzers
ongemeen zamengesteld zouden moeten zijn, indien
men voor alle deze stukken in het gemeen, eii ieder der
planeten in hét bijzonder, de gemelde wijze gébruikte.