
Over hee algemeen , ongeveer z o o , en er volgt
uit, dat de tijden van den op- en ondergang
der Maan, in éénen omloop om de Zon, of
in 29 d. 12 ü. 44 m., tweemaal den wijzer
van 12 uren rondgaan; en dat derhalve de
wijders, die hiertoe dienen, niet, zoo als die
yöor de Zon, eene dan voorwaarts dan terug
gaande beweging hebben mogen (§ 84), maar
inderdaad tien cirkel in den tijd van 29 d. 12 u.
44 m. tweemaal, volgens de orde der uren,
moeten beschrijven, zoo als het hier geschiedt.
§ **5P
De Maan legt, volgens hare gemiddelde beweging,
dagelijks ongeveer 13 gr. 105 m. af.
Dit brengt dagelijks eene vertraging van ongeveer
48 m. y in het* uur van haren op- en
ondergang en van hare komst in den meridiaan ,
te weeg. Maar de Maan heeft eene zeer ongelijke
snelheid in de verschillende punten van
hare loopbaan, welke nog grooter of kleiner
wordt, naar mate de verste of naaste punten
op dezen of genen afstand van de Zon zijn ,
en dit alles heeft op den tijd van den op- of
ondergang der Maan eenen grooteren of kleineren
invloed, naar mate de Maan sneller of
trager in hare baan voortgaat, dat is, zich in
verschillende perken dezer baan bevindt (§ 95) ;
naar mate zij meer of min boven of beneden
de ecliptica staat, en eene grootere of kleinere
declinatie heeft. Alle deze veranderingen, die
eindelijk op eene onregelmatige verandering
van declinatie uitkomen, maken, dat de tijdstippen
van Maans op- en ondergang zeer onregelmatig
veranderen.
§ i i 6.
Een voorbeeld zal de zaak ophelderen (55).
Den 1 Julij 1779 kwam dé Maart te Parijs op ten,
10 u. 15 m. des avonds,
verschil 26 minuten.
2 io u. 4i m. 20
3 i i u. i m. 18
4 i i u. 19 m. 18
5 n u. 3/ m.
en zoo voorts.
14 " ’ 4 u. 36 m. des morgens,
verschil 83 minuten,
i5 5 u. 59 m. 85
16 7 u. ■ 24 Hl. 83
17 8 u. 4 7 m. 79
18 10 u. 6 m.
De Maan ging onder
Den 1 Julij 1779 ten 5 u. 55 m. des morgens,
verschil 65 minuten.
2 7 u. 68
3 8 u. 8 m. 68
(55) Dit voorbeeld is uit de cannoissance des temps
getrokken; en omdat het maar een voorbeeld i s , heb ik
het onnoodig geoordeeld, de tijden tot den meridiaan en
de breedte van Franeker over te brengen. Het zij genoeg
, aan te merken, dat de verschillen bij ons nog iets
grooter zijn dan te Parijs.