
Wie Icon zich daarenboven voorstellen, .te
zeilen slagen gelijk Eisinga? wien aangaande
VAN Swinden, eerst tegen het voleindigen
van het werk met den man bekend geworden
zijnde, getuigd heeft, dat E isinga nimmer
soortgelijke konsostukken gezien, nimmer
van derzelver aanwezen gehoord had, en nog-
tans alle zijne voorgangers heeft overtroffen;
zelfs zonder eenige kennis te dragen van
nieuwere sterrekundige werken en berekenin-,
gen, die hem voor zijne onderneming van
uitstekend nut hadden kunnen zijn, en groot
gemak zouden aangebragt hebben.
Alzoo moest onze konstenaar, toevallig, mag
men zeggen, op den inval gekomen, om eene
zoo moeijelijjce taak aan te slaan, bij mangel
van beteren steun, zich zelven grootendeels
verheffen; door eigen vernuft, inspanning van
kracht en taai ^geduld zich eenen weg banen;
ja , bij de uitvoering van zijn ontwerp allen
onvporzienen hinder, dien vooral zijne eng
beperkte ruimte hem aanbood, overwinnen.
Intusschen, gelijk zijné geboorte, opleiding en
beroep, alle uitzigt op roem en vermaardheid
aan E isinga scheen te betwisten, zoo bedoelde
hij ook met deze zijne huisselijke werkzaamheid,
als liefhebber der sterrekunde, niets
anders dan zich _hec gemak en genoegen te
verschaffen van den stand des Hemels, de ware
plaats en geregelden gang van Zon en Maan
en dwaalsterren, ten allen tijde, in eigen huis
en binnenkamer voor oogen te hebben; en
bovendien was het zijn loffelijk oogmèrk, om
eene bijgeloóvige vrees, uit den zamenstand
(conjunctie) van vijf planeteri, in 1774, bij
het volk ontrezen, door zinnelijke blijkbaarheid,
voor altijd te mogen tegengaan en verbannen
met dit zijn konstwerk.
Welk eene grootheid straalt ons, dit een en
ander overwegende, hier tegen! Hoe verborg
en omwond zij zich, als het ware, in eigene
stille deugd en huisselijk genoegen! Zonder
van Swinden, tenzelfden tijde Hoogleeraar te
Franeker, laat zich denken en gevoelen, zoude
zij in duistere vergetelheid gebleven, of
spoedig althans ter neder gezonken zijn. Hij
riep haar ten voorschijn, en stelde den man,
wiens waarde hij boven anderen grondig leerde
kennen, in het volle licht voor Nederland en
voor geheel Europa.
Deze edelaardigheid van wijlen mijnen vriend
en leermeester, hoe zeer verrukt dezelve mij
niet! Onwillig word ik schier gedrongen zijnen
lof sterker te doen uitkomen, door eene
voor den koelen beoordeelaar misschien te
stoute tegenstelling.
Homerus bezong den Trojaanschen krijg en
Achilles, zijnen held. Hij verwierf zich zei