
lijker datj op de Loidsche sphaera vertoond
wordt. Doch de beweging van het verste en
naaste, punt is bij Wright geheel achtergelaten.
Maar alle die ongeregeldheden van de
beweging der Maan» worden op het derde
gedeelte van het Franeker planetarium zeer
naauwkeurig Jtangewezen.
§ 5°*
Maar hierin overtreft de Leidsche sphaera
het Franeker planetarium, dat, namelijk, de
satelliten van Jupiter zich op dezelve in hunne
ware tijden om Jupiter bewegen, en tevens
met dezen om de Zon gevoerd worden; en
het is ook, zoo veel ik weet, het eerste stuk
van dien aard, waarop deze vertoning plaats
gehad, heeft (34). De heer Wright, heeft de
Leidsche sphaera hierin gevolgd, en bovendien
de betrekkelijke bewegingen der satelliten
van Saturnus ook verbeeld; hoewel deze
(34) Ik spreek niet van werktuigen, die enkel en alleen
tot aanwijzing der verschijnselen van Jupiters satelliten
ingerigt zijn. Desaguliers heeft er een van dien
aard vervaardigd, hetwelk op zijn planetarium kan gevoegd
worden; doch hij heeft niet geroeid, dat Roemer,
reeds vijftig jaren te voren, een veel fraaijer en putliger
werktuig van dienzelfden. aard uitgevonden, en gemaakt
had. Zie de beschrijving en de teekening in de basis
astronomiae van Horrebow, cap. 14, in het derde deel
zijner opera omrda, p. i l 5—136.
vertooning, wegens de groote helling van vier
dezer satelliten, onvolmaakt is , omdat die
helling hiér niet vertoond is. Hét zoude niet
bezwaarlijk zijn, deze bewegingen nog op het
Franeker planetarium bij te voegen; maar de
afstanden der satelliten van Jupiter, en nog
minder die van Saturnüs, zouden e r , even
weinig als op de Leidsche sphaera ^ hunne
ware betrekkingen met de grootte van hunne
hoofd-planeten kunnen behouden.