
V. HOOFDSTUK.
BESCHRIJVING VAN HET HEMELSPLEIN
EN DE zonwijzers.
I. Van het hemelspleinr.
„ 5 57-
V je li jk een eigenlijk gezegd planetarium de
bewegingen der planeten vertoont, en zeer
dienstig is, om zich een waar denkbeeld van
dezelve te vormen, zoo ooit vertoont een hemelsplein
de bewegingen der vaste sterren,
den schijnbaren loop der zon, het achtereenvolgend
langen en korten der dagen, waarvan
de jaargetijden afhangen. Het is dan een onafscheidelijk
stuk van de volmaakte vertooning
van het hemelsgestel, en echter is het, zoo
veel ik weet, bij geen planetarium gevoegd,
dan alleen, en dat nog zeer onvolmaakt, bij
jiet eerste planetarium van R oemer, zoo als
wij het straks nader zullen aantoonen.
Doch, om de fraaiheid van dit hemelsplein
duidelijker voor te stellen, is het volstrekt
n o o d z a k e l i jk , eenige algemeene bedenkingen,
over de- verschijnselen des sterrenhemels, te
laten voorafgaan.
Beschrijving van het hemelsplein. 69
§ 58*
Wanneer wij den sterrenhemel, bijna als
een halve kloot, van de kimmen af tot boven
ons hoofd uitgestrekt, beschouwen, schijnen
alle de sterren zich van het oosten, door het
zuiden, waar zij hare grootste hoogte boven
de kimmen verkrijgen, naar het westen te bewegen.
Die beweging is enkel schijnbaar, en
toe te schrijven aan de omwenteling der Aarde
om haren as. Wij schryven aan de sterren
eene beweging toe, die wij zelve hebben i
maar niet gevoelen; en het komt, ten aanzien
der .verschijnselen, op hetzelfde uit, of de
sterrenhemel zich in vier en twintig uren eens
omwentele, en de Aarde stil sta, dan of dé
hemel onwegelijk blijve, en de Aarde zich
bewege.
§ 59*
Dit is dan het eerste verschijnsel, dat wij,
alle nachten, de sterren cirkels om het aspunt
der Aarde zien beschrijven, en, of altijd boven
de kimmen blijven, of, op eenen bepaalden
tijd, in het oosten zien opkomen, en in
het westen ondergaan. De Zon zelve, de
Maan, en alle de planeten, leveren dezelfde
verschijnselen op, met dit eenig verschil, dat
zij niet, zoo als de vaste sterren, bestendig
dezelfde plaats in den hemel behouden.
Indien de Aarde zich niet jaarlijks om de