
aan dezelve gehecht, en het raderwerk in de
gemelde ruimte, van vijf of zes duimen, verborgen.
Zie hier, hoe zich alles vertoont,
wanneer men voor den schoorsteen, o f in het
midden der kamer, staat*
S 3*
De oogen naar boven slaande, ziet men een
planeetgestel, op hetwelk alle de planeten,
zich rondom de Zon, in derzelver ware tijden
en betrekkelijke afstanden, bewegende, vertoond
worden, en bovendien de Maan, die in
ééne maand, zoo wel om haren as als om de
Aarde, draait, en tevens met de Aarde, in
één jaar, om de Zon gevoerd wordt. De planeten
zijn alle bollen, van welke de halve
oppervlakte verguld is , welke vergulden zijde
naar de Zon gekeerd is. De stijltjes, op welke
die bollen gevestigd zijn, gaan door sleuven,
in de zoldering cirkelswijze gesneden.
Saturnus beweegt in eenen cirkel van tien
voeten middellijn. Deze cirkel wordt door
eenen anderen omringd, op welken een wijzer
de schijnbare plaats en beweging der Zon,
mitsgaders de reekenen, maanden eri dagen,
aan wijst.
$ 4.
Verder naar de bedstede, treft men op dezelfde
zoldering drie cirkels aan. Op den
rand van de middelste, die twee voeten in
middellijn beslaat, zijn de namen der zeven
dagen van de week geteekend, en ieder dag
is in Vier en twintig uren zeer zigtbaar verdeeld.'
Een wijzer, die in zeven dagen ééns
ronddraait, i wijst iederen dag, en ieder uur
deszelven, aan* In de ruimte tusschen den
rand en het middelpunt is eene sleuf, in welke
men het jaargetal ziet. Dit getal blijft
een geheel jaar staan, en verandert des nachts
van den 31 December op den 1 Januarij daaraan
volgende; zoodat men met het begin
des jaars een nieuw getal aantrefc. Deze cirk
e l, niets bijzonders behelzende, zal in het
vervolg geene nadere beschrijving noodig
hebben.
S 5*
Aan de regterhand van dezen cirkel (§ 4)
is er een, waarop de plaats van den klim-
menden knoop der Maan aangewezen wordt;
en aan 'de linkerhand een ander, die tot aanwijzing
van het verste punt («apogaeum) der
Maan dient. Van die twee cirkels zal in het
vervolg veel breeder gesproken worden.
§ 6.
Boven de bedstede, in het middelste paneel,
treft men een schoon planisphaerium,
of hemelsplein, aan, door eenen horizont, of
gezigteinder,; van achttien duimen omringd;
De rand des horizonts is in uren verdeeld. Op
B