
ven verdienden roem in Griekenland en bij
de Wereld, door daden, weinig meer in aandenken
bij den nazaat, met keur en konst van
dichterlijk bijwerk op te vijzelen. Geheel
anders, maar, van eenen zedelijken kant ingezien,
meer achtingwaardig, kenteekent zich
voor ons de Hoogleeraar en Wijsgeer. Van
Swinden brengt, door zijne reeds helder schijf
nende vermaardheid, de nederige en stille Verdiensten
van eenen tijdgenoot en medeburger,
opregt en ongekunsteld/, aan den dag. Hij,
aan den naam en het konststuk van Eisinga
regt doende, bevordert alzoo den eeuwigen
roem van eenen Vries, die daarop regtmadger
aanspraak heeft, dan de dapperheid van den
hoogmoedigen Griek, in deszelfs vervoering tot
ziedende drift, en wreed, en onverbiddelijk.
Nog eer dit boekje werd uitgegeven, had
van Swinden reeds, na het behalen van
den eereprijs aan de Fransche Akademie der
Wetenschappen, met vele voorname mannen in
Europa in briefwissel, krachtig bijgedragen
tot de vermaardheid van den konstenaar, door
dezen aan hen voor te stellen, én te leeren
kennen in zijne waarde. Van toen af stroomde,
zoo van inlanders als uitheemschen, van
reizigers, weetgierigen en meer of min beroemde
mannen, eene verbazende menigte ter
bezigtiging toe van het merkwaardige■ -konststuk.
Niemand verliet den drempel, dan bij
uitnemendheid voldaan, ja opgetogen over het
werk, en met eene stille, veelmalen ook betuigde,
verwondering over den maker en diens
vernuft. Niemand, of hij was gereed, om in
des mans voorgelegd album zijnen naam in te
schrijven; en hetzelve is bereids tot een getal
van drie bekwame boekdeelen aangegroeid:
waarom wij, schoon tegen onzen wensch,
derzelver breede lijst geheel moeten ter zijde
leggen. Van diegenen echter, die met bijzondere
opmerkzaamheid het konststuk gadesloegen
, en deszelfs bewerktuiging naauwkeurig
nagingen, ja daartoe te meer door den invloed
van wijlen van Swinden al vroeg werjjen
uitgenoodigd, mogen wij niet onvermeld laten
den Prins van Gallitzin, en den Hertog van
Saksen-Gotha, de eerste in 1^85, de andere
twee jaren later, door den beroemden Petrus
Camper bij E isinga ingeleid.
Trouwens, na al het gebeurde konde het
bezwaarlijk uitblijven, of de naam en verdiensten
van eenen inboorling, waarvan het gerucht
wijd en zijd uitging, en die van eenen Hoogleeraar,
het sieraad der Lands Akademie, geheel
belangeloos, in openbaren druk was vereerd
geworden,, moest wel de. aandacht tot zich
trekken van de Edel Mogende Heeren Staten
van Vbiesland. Werkelijk ook gebeurde zulks.